TECHNISCH
B U L L E T I N 11 Technische informatie voor de installatiemarkt • september 2003
Nefit adviseert bij de juisteoplossing in gestapelde bouw!
Voor elke situatie een
IN DIT NUMMER:
Rookgasafvoersysteem op maat |
RGA en LTV Pagina 1, 2, 3 en 4 |
||||||
Figuur 1 Welk rookgasafvoersysteem Inleiding In de particuliere markt zijn de lucht- toevoer (LTV) en de rookgasafvoer (RGA) van een toestel in het alge- meen geen probleem. In 80 à 90% van de gevallen wordt gekozen voor een dakdoorvoer. Voor de rest wordt meestal een geveluit- monding toegepast. In tegenstelling tot diverse andere landen worden in Nederland de luchttoevoer en rook- gasafvoer niet concentrisch maar parallel uitgevoerd. De diameter is afhankelijk van de opvoerhoogte van het toestel, de weerstand per meter, de lengte van de buizen en het aantal bochten. |
In de gestapelde bouw komen veel meer varianten voor. In nieuwbouw wordt meestal voor een gecombineer- de luchttoevoer en rookgasafvoer- systeem ( CLV) gekozen. In de bestaande bouw is hiervoor meestal onvoldoende ruimte aan- wezig. Bij renovatiewerkzaamheden moet men daarom vaak uitwijken naar andere oplossingen. De bestaan- de bouw is heel divers. Waar bij het ene gebouw een oplossing prima vol- doet, is deze voor het andere gebouw soms totaal ongeschikt. Daarom is steeds een oplossing op maat nodig. Nefit heeft ruime ervaring met toe- passingen in de gestapelde bouw en is u graag met advies van dienst. Telefoonnummer: 0570-678566, faxnummer: 0570-678586 en e-mail: [email protected]. Voordat we u een eerste indruk geven van diverse varianten die ter beschikking staan, noemen we de belangrijkste criteria die van belang zijn bij het kiezen van een specifiek afvoersysteem. Criteria te stellen aan afvoersystemen Bij de keuze van een luchttoevoer- en rookgasafvoersysteem spelen de vol- gende aspecten een rol: • Het systeem dient het uiterlijk van het gebouw niet esthetisch te be- invloeden. Daarom wordt meestal gekozen voor een inpandige oplos- |
RGA en LTV bij Nefit cascadesysteem Pagina 5 RGA en LTV bij open toestel Pagina 6 Uitleg UBA-displaycode: Geen display, cv- en ww-bedrijf Pagina 7 Tip & Vraag Pagina 8 sing, zoveel mogelijk voor het oog weggewerkt. • De oplossing mag geen of minimale leefruimte in beslag nemen. Het verdient daarom aanbeveling uit te gaan van reeds bestaande kanalen. • De aanleg mag minimale overlast voor de bewoners veroorzaken. Hak- en breekwerk in wanden en vloeren moet zoveel mogelijk wor- den voorkomen. Tevens dient de installatietijd kort zijn. Het liefst dient in 1 dag het toestel te worden gemonteerd en tevens de luchttoe- voer een rookgasafvoer te worden verzorgd. • De prijs dient aantrekkelijk te zijn. • De kwaliteit moet hoog zijn, waar- door een lange levensduur wordt geborgd. • Een veilige en efficiënte werking van het toestel staat voorop. |
1
Figuur 2 Rookgasafvoersystemen
De toestellen voor de gestapelde bouw Voor de gestapelde bouw zijn de volgende Nefit-toestellen bijzonder geschikt: – Nefit Economy HR – Nefit SmartLine HR Opstellingsruimte Op Europees niveau zijn opstellings- ruimtes gestandaardiseerd en worden in het algemeen aangeduid met een letter en twee cijfers. De letter (B of C) geeft aan open of gesloten toestel, het eerste cijfer geeft het type opstel- Legenda bij figuur 2 en 3 Codering Omschrijving B .. .. open toestel .. 1 1BS met trekonderbreker en trekbeveiliging, zonder ventilator .. 2 .. zonder trekonderbreker .. 3 .. gemeenschappelijke rookgasafvoer en zonder trekonderbreker .. .. 2 ventilator rookgaszijdig .. .. 3 ventilator luchttoevoerzijdig C .. .. gesloten toestel .. 1 .. individuele luchttoevoer/rookgasafvoer via gevel en zelfde drukvlak .. 3 .. individuele luchttoevoer/rookgasafvoer via dak en zelfde drukvlak .. 4 .. CLV (luchttoevoer/rookgasafvoer in zelfde drukvlak) .. 5 .. individuele luchttoevoer/rookgasafvoer via verschillend drukvlak .. 6 .. universele luchttoevoer/rookgasafvoer .. 8 .. halve CLV (luchttoevoer/rookgas- afvoer in verschillend drukvlak) .. .. 2 ventilator rookgaszijdig .. .. 3 ventilator luchttoevoerzijdig |
ling aan, het tweede cijfer geeft de locatie van de interne ventilator aan. Geveluitmonding Tot tien jaar geleden werden ook in de gestapelde bouw nog veel gevel- uitmondingen toegepast. Meestal wer- den VR-toestellen ingezet, waardoor de rookgaspluim amper zichtbaar was. Deze wijze van uitmonden werd daarom niet als hinderlijk ervaren. Een HR-toestel geeft de typische condenspluim. Wanneer deze pluimen bijvoorbeeld langs galerijen van flats strijken, wordt dit wel als hinderlijk ervaren. Aangezien momenteel betere oplossingen voor handen zijn, worden geveluitmondingen in de gestapelde bouw vrijwel niet meer toegepast. Open opstelling Bij open opstellingen kunnen de rook- gassen via het dak en in sommige gevallen ook via de gevel worden afgevoerd. De verbrandingslucht wordt via de opstellingsruimte toe- gevoerd, welke in open verbinding staat met de buitenlucht. Vanwege de lage kosten werd deze opstelling veel toegepast. In de originele situatie kan deze opstelling goed functioneren. Een gevaar dreigt wanneer men bij- |
voorbeeld wegens tocht de beluch- tingopening afdicht, waardoor de ver- brandingsluchttoevoer blokkeert Ook als men (later) mechanische ventilatie toepast, heeft het nadelige invloed op de beluchting. De werking van het toestel wordt dan nadelig beïnvloed. CLV-systeem Een CLV-systeem is een gecombi- neerd luchttoevoer- en rookgasafvoer- systeem. Zoals in figuur 2 is aangege- ven wordt de lucht via het dak en een gemeenschappelijke luchttoevoer door de toestellen aangezogen. De toestel- len blazen de rookgassen in de gemeenschappelijke rookgasafvoer, welke meestal concentrisch in de luchttoevoerbuis is geplaatst. De rookgassen in de rookgasafvoer wor- den door onderdruk ten gevolge van de thermische trek afgevoerd. Om te voorkomen dat rookgassen terugstro- men in een toestel, wanneer een toe- stel buiten bedrijf is, is het van belang dat de onderdruk in de rookgasafvoer ten opzichte van de druk in de lucht- toevoer voldoende groot is. Om een paar Pascal extra onderdruk te creëren wordt op de uitmonding van de afvoer een diffusor geplaatst. Om bij hoogbouw te voorkomen dat |
2
Figuur 3 Rookgasafvoersystemen
de onderdruk bij de onderste toestel- len ten gevolge van de thermische trek te hoog wordt, worden aan de voet van het CLV-systeem de luchttoevoer en de rookgasafvoer met elkaar in verbinding gebracht. Bij toename van thermische trek wordt extra lucht via deze drukvereffeningsopening aange- zogen. Hierdoor blijft de trek en daardoor het drukverschil over de toestellen beperkt. Behalve concentrisch kan men de luchttoevoer en rookgasafvoer ook parallel plaatsen. De werking is gelijk aan die van een concentrisch systeem. CLV-systemen worden vooral in de nieuwbouw toegepast. Immers de vormgeving van het gebouw is nog vrij te kiezen. De afmetingen van de schacht kunnen worden afgestemd op de vereiste diameters van het systeem. Voordelen van CLV-systemen zijn: – de hoge mate van standaardisatie, waardoor voldoende gecertificeerde materialen beschikbaar zijn tegen een aantrekkelijke prijs, – in het algemeen een bedrijfszekere oplossing. Een nadeel van CLV-systemen is de benodigde ruimte. Hierdoor is deze |
toepassing bij renovaties minder aan- trekkelijk. Schachten van voldoende afmetingen zijn daar vaak afwezig. Het gevolg is dat men grote gaten in de verdiepingsvloeren moeten hakken met alle overlast van dien. Ook wordt de oplossing dan te duur. Als materiaal wordt meestal dikwan- dig aluminium toegepast. Uitvoerin- gen in roestvaststaal (RVS) zijn ook beschikbaar. Roestvaststaal is echter minder gemakkelijk te bewerken. Als variant wordt in de bestaande bouw soms gebruik gemaakt van een vol- doende dichte schacht, waarin con- centrisch de gemeenschappelijke afvoer wordt geplaatst. De ruimte tussen de afvoer en de schacht wordt dan benut voor de luchttoevoer. Half CLV-systeem Een half CLV-systeem is een gecombi- neerde rookgasafvoersysteem In de bestaande bouw past men vaak een gemeenschappelijk rookgasafvoer- systeem toe, waarbij men de lucht individueel per toestel via de gevel aanvoert. Dit is in feite een half CLV- systeem. Een voordeel is dat men slechts 1 lange gemeenschappelijke rookgasafvoer nodig heeft en slechts korte dunne buizen voor de luchttoe- |
voer. Hierdoor is deze oplossing kost- prijsaantrekkelijk en kan met beperkt hak- en breekwerk relatief eenvoudig worden aangelegd. Voorwaarde is wel dat een dergelijke schacht beschik- baar is of een ruimte waarin een der- gelijke gemeenschappelijke rookgas- afvoer kan worden aangelegd. Soms kan men gebruik maken van een schacht waar een conventionele gas- gestookte toestel op aangesloten was. In andere gevallen kan men een venti- latieschacht vrij maken. Een bijzondere variant vormt de benutting van een spiraalgefelsde buis, die wordt toegepast voor mecha- nische ventilatie. Hierop is soms al een conventioneel toestel aangesloten. Door nu concentrisch de gemeen- schappelijke rookgasafvoer in de spiraalgefelsde buis te laten zakken, per verdieping de aansluiting voor het toestel aan te brengen en individueel verbrandingslucht van de gevel te betrekken, beschikt men over een half CLV-systeem. Individuele voeringen Een maatregel, zoals die ook in de particuliere woningbouw wordt toe- past, is het voeren van bouwkundige kanalen. Hierbij wordt het bouw- |
3
kundig kanaal voorzien van een indi- viduele rookgasafvoer per toestel. De luchttoevoer kan worden uitgevoerd door: • dezelfde schacht via een individuele leiding per toestel, • dezelfde schacht via de ruimte rondom de rookgasafvoer (de schacht moet wel voldoende dicht zijn) en • individueel per toestel via de gevel. De voeringen kunnen een starre con- structie hebben, vervaardigd uit alu- minium, roestvaststaal of kunststof. Gebruikelijker zijn echter flexibele roestvaststalen voeringen. Voordelen van individuele voeringen zijn: • eenvoudig, door een willekeurige installateur uit te voeren, • geen onderlinge beïnvloeding van de toestellen mogelijk door de indi- viduele luchttoevoer en rookgas- afvoer, • niet afhankelijk van thermische trek, opvoerhoogte van het toestel te benutten, • bij enkele verdiepingen hoog: kostprijsaantrekkelijk. Een beperking vormt de beschikbare ruimte in de schacht. Aangezien meestal niet meer dan 3 of 4 afvoeren in de schacht passen, kan deze oplos- sing worden toegepast bij gebouwen tot 3 à 4 verdiepingen hoog. Een nieuwe ontwikkeling vormt de toepassing van flexibele kunststof voeringen in combinatie met Nefit HR-toestellen. Het materiaal is iets duurder dan flexibel roestvaststaal, echter kunststof is gemakkelijker en allicht sneller te verwerken bij het plaatsen en is zeer duurzaam. Buigbaar kunststof rookgasafvoer- materiaal is toegestaan als voering in een schoorsteenkanaal en beperkt buiten het kanaal, mits omkokerd in een brandwerende behuizing. Door de luchttoevoer en rookgasafvoer con- centrisch uit te voeren is hier goed te voorzien. Voor zowel flexibel kunst- stof als flexibel roestvaststaal geldt dat deze niet horizontaal geplaatst mag worden. De hoek dient zodanig |
te zijn dat geen condensaat in de ribbels blijft staan. Namelijk conden- saat wat in ribbels blijft staan ver- dampt en wordt steeds weer aange- vuld. Hierdoor stijgt de zuurgraad en wordt het materiaal van de afvoer ter plekke aangetast. Condensaat uit een afvoer van kunst- stof of roestvaststaal is relatief zuur. Dit mag niet terugstromen in een afvoer van aluminium, omdat deze anders ter plekke lek zal raken. Bij een dergelijke overgang van materiaal is steeds een condensafvoer nodig. Ook mag het condensaat uit een afvoer van kunststof of roestvaststaal niet via de Nefit EcomLine HR wor- den afgevoerd. Het toestel is hier niet op berekend. Ook hier is dus een separate condensafvoer toe te passen. De Nefit SmartLine HR en de huidi- ge Nefit Economy HR zijn uniek. In tegenstelling tot de andere toestellen op de markt zijn deze beide toestellen wel bestand tegen het zure conden- saat uit kunststof en roestvaststalen afvoeren. Alle onderdelen die met dit condensaat in aanraking komen zijn namelijk vervaardigd van een hoog- waardig kunststof. Aluminium afvoeren kunnen zonder- meer op alle toestellen worden aange- sloten. Het is van belang dat deze onder afschot naar het toestel worden aangelegd, opdat geen ophoping van condensaat plaatsvindt. Bij een totale lengte van meer dan 10 meter is een separate condenswaterafvoer aan te bevelen. Als met een dergelijke lange afvoer met name een verticale afstand moet worden overbrugd, dan kan de condenswaterafvoer het beste onder het verticale deel worden geplaatst. De corrosieproducten blijven dan niet in de bocht van verticaal naar hori- zontaal achter, maar worden via de condenswaterafvoer afgevoerd. Hier- door wordt verstopping van de rook- gasafvoer voorkomen. Impregneren Wanneer een HR-toestel zonder aan- vullende maatregelen rechtstreeks op een bouwkundig kanaal wordt aange- |
sloten, geeft dit vochtdoorslag. Door de binnenwand met een vochtafsto- tend middel te impregneren kan dit worden voorkomen. Door tevens met een injectorbypass extra buitenlucht aan de rookgassen toe te voegen kan de temperatuur worden verlaagd en hierdoor een lange levensduur van het impregneermiddel worden gereali- seerd. Tot nu toe zijn de Nefit Smart- Line HR en de Nefit Economy HR de enige toestellen in de markt, die in combinatie met dit afvoersysteem door Gastec zijn goedgekeurd. Daar waar men met andere technieken niet uit de voeten kan, is het impregneren soms een goede oplossing. Met de eerste projecten zijn al weer een aan- tal jaren goede ervaringen opgedaan. Cascadeopstelling In de gestapelde bouw is de trend dat men bij nieuwbouw steeds vaker kiest voor een individueel toestel per woon- eenheid. Als men kiest voor een col- lectieve verwarming, dan is een casca- deopstelling met Nefit EcomLine toestellen vaak een goed alternatief boven een groter toestel. Als inpandig geen stookruimte aan- wezig is, dan kan men er zelfs voor kiezen een Nefit EcomTainer te plaat- sen. Hierbij wordt de cascade opstel- ling prefab in een container gemon- teerd. Deze kan vervolgens kant-en- klaar bijvoorbeeld op het dak van een flat worden geplaatst. De luchttoevoer en rookgasafvoer van cascadeopstellingen worden in een volgend artikel in dit blad behandeld. Totaaladvies op maat Zoals aangegeven is de bestaande bouw heel divers. In het algemeen is geen schacht voorhanden waar een standaard CLV-systeem in past. Daarom is steeds een oplossing op maat nodig, geheel afgestemd op uw situatie en op uw wensen. Uw accountmanager zal graag een Nefit serviceadviseur inzetten om ter plekke de situatie op te nemen en des- gewenst het advies beschikbaar stel- len in de vorm van een rapport. Afhankelijk van uw wensen worden in dit rapport de toestelkeuze, bijbeho- |
4
rend verwarmingssysteem, warmtap- waterbereiding, regeling, luchttoevoer en rookgasafvoer opgenomen. Op basis van ons advies kan een rookgas- afvoerfabrikant een aanbieding maken en eventueel kan dat aan de |
rapportage worden toegevoegd. Op deze wijze beschikt u over een totaal- oplossing voor het toestel inclusief het rookgasafvoersysteem. Dit geeft de garantie voor een optimaal werkend totaalsysteem. |
Voor vragen of een advies op maat, neemt u contact op met uw Nefit accountmanager of met Nefit, Telefoonnummer: 0570-678566, faxnummer: 0570-678586 en e-mail: [email protected] |
Rookgasaf voer en l ucht toevoerop Nefit cascadesystemen
Algemeen |
verbrandingsgassen hier eerder optreedt. Verder is de kans op over- last door de condenspluim aanwezig. |
voorzien zijn van een rooster van vol- doende afmeting naar de buitenlucht. |
|||||||
Figuur 4 Cascadeopstelling Tijdens het ontwerp van een Nefit cascadeopstelling is het belangrijk om ook de mogelijkheden voor de ver- brandingsluchttoevoer en rookgas- afvoer te bekijken. In dit artikel worden diverse mogelijkheden en onmogelijkheden getoond. |
Prefab dakkap Het is ook mogelijk om een prefab kap op het dak te plaatsen, waar de luchttoevoer- en rookgasafvoerbuizen van de cv-toestellen individueel op worden aangesloten. Hiervoor kan bijvoorbeeld gekozen worden als een architect de individuele afvoeren niet in het zicht wil hebben. |
Indien de toestellen als gesloten toestel moeten worden opgesteld, kan de installatie worden voorzien van een luchttoevoercollector. Hiermee is het mogelijk om centraal de lucht vanuit de gevel of het dakvlak aan te voeren. Ook is het vaak mogelijk om de verbrandingsgassen centraal af te voeren en de luchttoevoer individueel uit te voeren. |
|||||||
Dakdoorvoerset Vaak is het mogelijk om elk toestel te voorzien van een eigen dakdoorvoer- set. Deze worden ook gebruikt bij opstelling in een particuliere woning. Met deze set kunnen de verbrandings- gassen worden afgevoerd en tevens de benodigde verbrandingslucht per toestel worden aangevoerd. Dit is een uitstekende keuze voor een gesloten opstelling van de cv-toestellen, bij een zo laag mogelijke investering. Ook bij een ruggelingse opstelling, of een nieuwste opstelling met de toestellen in twee rijen boven elkaar (E-frame), zijn Nefit dakdoorvoersets prima toepasbaar. De dakdoorvoer- sets staan dan redelijk dicht tegen elkaar, maar in de praktijk blijkt dat er geen problemen door ontstaan. Het gebruik van muurdoorvoersets wordt afgeraden, omdat terugstroming van |
Figuur 5 Prefab dakkap Figuur 6 Rookgasafvoercollector
|
5
Open VR- toest el verdi ent aandacht
Dit artikel gaat in op de beperkingen van een open VR-opstelling en de installatie-aspecten waarmee rekening dient te worden gehouden. Bij VR-toestellen in open opstelling wordt de verbrandingslucht uit de opstellingsruimte, dus uit de ruimte waar het toestel hangt, aangezogen. Het betreft hier zogenaamde Verbe- terd Rendement toestellen. Deze zijn leverbaar in gesloten uit- voering (met ventilator) of in open uitvoering (met trekonderbreker). De typen toestellen die door Nefit als open toestel worden geleverd, zijn: – Nefit Economy VR 24 S – Nefit Economy VRC 24S/CW3 Bij een open toestel wordt de ver- brandingslucht via een opening in de gevel toegevoerd en worden de rook- gassen op basis van thermische trek afgevoerd. Een goed uitgelegd systeem functioneert prima, echter het concept is gevoelig voor beïnvloeding. Om tocht te voorkomen komt het in de praktijk dikwijls voor dat de lucht- toevoeropening wordt afgedicht. Hierdoor ontstaat een ongewenste situatie, waarbij rookgassen via het toestel in de opstellingsruimte kunnen komen. Ook mag in combinatie met een open opstelling geen mechanische ventilatie worden toegepast. Het komt dikwijls voor dat de mechanische ven- tilatie achteraf wordt geplaatst. Om de mogelijke beïnvloedingen te voor- komen adviseren we zoveel mogelijk een gesloten VR-toestel (met ventila- tor) toe te passen, het liefst in combi- natie met een gesloten opstelling. Bij het toepassen van een open toestel is het dan ook van wezenlijk belang dat er voldoende trek kan worden opgebouwd in de rookgasafvoer. Hieronder volgen enige aandachts- punten waarmee tijdens het installe- ren rekening moet worden gehouden; • Boven het toestel moet de rookgas- afvoer tenminste 0,5 meter stijgen (met dezelfde diameter als het |
toestel) alvorens een bocht mag worden geplaatst. Dit geldt niet: – Indien direct boven het toestel een rookgasafvoer aanwezig is van ten minste 3 meter trekhoogte zonder dat in de rookgasafvoer een samen- voeging van andere toestellen aan- wezig is. – Indien het toestel op een zolder hangt en de uitmonding plaats heeft in de nok van het dak. In dat geval mag men met een 45 graden bocht direct verslepen. Hierbij mag ook geen sprake zijn van het samen- voegen van rookgasafvoer. • De totale lengte A+B+C van de rookgasafvoer mag maximaal 1,5 maal de trekhoogte A + C zijn, zie figuur 7. • Voorkom het condenseren van de rookgassen in de rookgasafvoer! Pas in een onverwarmde ruimte tenminste dubbelwandig afvoer- materiaal toe. Houd de rookgas- afvoer hierbij zo kort mogelijk. • Bij open toestellen (zonder ventila- tor) is het in bepaalde omstandig- heden mogelijk de rookgasafvoer te laten uitmonden in een schoorsteen- kanaal. Afvoer van rookgassen vindt dan plaats via een bouwkundig kanaal (inpandig of tegen een buitengevel). Om problemen met condens te voorkomen adviseren wij u de maximale lengte van het kanaal niet langer te kiezen dan 3 meter. • De afvoer dient te zijn voorzien van een universele kap voor VR-toestel- len conform de Europese norm 483 type C6. Een kap voor HR-toestel- len is niet geschikt, omdat deze er op gebouwd is dat het condensaat terugstroomt naar het toestel. • De opstellingsruimte moet een open verbinding (bijvoorbeeld ventilatie- rooster) naar buiten hebben, zie figuur 7. • Belangrijk is verder dat de plaats van de uitmonding van de dakdoor- voer zich in een ‘vrij gebied’ be- vindt. In de praktijk komt het er op neer dat de afvoerkap zich ten- |
minste een 0,5 meter boven de nok van het dak moet bevinden, waarbij geen sprake mag zijn van belenden- de bebouwing. Dus bij een open toestel mag de rookgasafvoer niet uitmonden onder in een schuin dakvlak of in een gevels. Worden de rookgassen van een open toestel niet op de juiste wijze afge- voerd, zal dit onmiddellijk gevolgen hebben voor de goede werking van het toestel. Het toestel zal namelijk worden uitgeschakeld door de Ther- mische Terugslag Beveiliging (ook wel TTB genoemd). Raadpleeg daarom altijd de installa- tie-instructie van de Nefit Economy VR en de algemeen geldende voor- schriften. Advies Behalve het afvoersysteem verdient ook het gebruik van met name open VR-toestellen de nodige aandacht. Het rendement van de huidige gene- ratie VR-toestellen is tot het maxi- mum opgevoerd. Het is echter van belang dat een minimale trek over het toestel wordt gehandhaafd. Daarom adviseert Nefit bij toepassing van open VR-toestellen: • Een aan/uit-regeling toe te passen; • Geen lage temperatuursystemen (waaronder vloerverwarming) toe te passen; • De aanvoertemperatuur van het toestel niet lager dan 70 °C in te stellen. |
Figuur 7 Open VR-opstelling
6
Uitleg UBA 3 en BC10- di spl aycode:
(geen) en …
Met de introductie van de Nefit SmartLine HR heeft Nefit ook een nieuwe Universele Brander Automaat (UBA 3) geïntroduceerd. Het bedieningsgedeelte dat vroeger geïnte- greerd was in de UBA 1 en UBA 1,5 is nu een op zichzelf staand onderdeel (BC 10). De BC 10 (zie figuur 8) is direct achter het deurtje in de mantel gemonteerd. Dit is een terugkerend artikel over displaycodes gegene- reerd door de Universele Brander Automaat (UBA 3) en weergegeven door de BC 10. Met de Service Tool kan de UBA 3 worden uitgelezen en toestelcomponenten worden getest. |
Displaycode (geen) Displaycode en |
||||
Tijdens de normale bedrijfssituatie wordt in het display van de BC10 de actuele aanvoertemperatuur in graden Celsius weergegeven. Door één keer op de serviceknop te drukken verschijnt de cv-waterdruk in bar in het display. Door vervolgens nog een keer op de serviceknop te druk- ken verschijnt de bedrijfscode in het display. Nog een keer |
indrukken om terug te komen bij het begin van het menu. Indien er sprake is van een storing, dan verschijnt automa- tisch de bijbehorende storingscode in het display van de BC10. Deze storingscode kan blokkerend of vergrendelend (knipperend) zijn. Alleen een vergrendelende storing moet gereset worden. |
Geen display betekent dat het toestel niet functioneert. Displaycode ‘ ‘ in combinatie met de codeletter ‘ ‘ betekent dat het toestel een controlerende taak uitvoert.
Displaycode ‘ ‘ met eencodeletter
Antipendel, 10 min. Vanaf branderstart. Deze antipendeltijdis instelbaar met de Service Tool.
Gloeiplug aan /branderstartvoorbereiden.
Meer warmte geleverd op cv dan
Figuur 8 BC 10 Figuur 9 UBA 3
gevraagd.
Geen display • Geen netspanning. • Netschakelaar op stand 0. • BC10 zit niet vast in houder. • UBA 3 zit los of is gedemonteerd. • Zekering in UBA defect, 2.5 A T (zand gevuld). De zekering zit aan de onderzijde van de UBA 3. • Verbindingsstekker bij trafo zit los. |
Toestel staat stand-by, geen warmtevraag. Gasblok open / starten. Maak toestel bedrijfsklaar. Aanvoertemperatuur hoger dan ingesteld. Controleer de instel- ling van de cv-temperatuur en de stooklijn bij weersafhankelijke regeling. UBA 3 UBA 3 is de grijze doos voor het elek- tronisch regelen van het toestel. Naast de displaycode op de BC 10, is er een rode indicatie-LED aanwezig op de UBA 3 (figuur 9). |
Met deze displaycode en de rode indicatie-LED (figuur 9, pos. 1) kan een diagnose over de bedrijfs- of sto- ringsstatus van het toestel worden verkregen. • Led knippert 10 sec. hoogfrequent, bij 1e keer in bedrijf nemen van toestel. • Led kort aan, na inschakelen van de spanning • Led uit, bij normaal bedrijf of geen netspanning (figuur 9, pos. 1). • Led aan, bij storing in UBA 3 of niet herkennen KIM. • Led knippert, bij vergrendelende storing. |
7
&
Tip Vraag
van een van eeninstallateur installateur
Aandachtspunten bij het monteren van een lucht- Vraag:
toevoer- en rookgasafvoersysteem op het toestel. Wanneer en waarom dient er een separate condenswater-
afvoer in de rookgasafvoer voor het toestel geplaatst te
• In de meeste gevallen wordt een parallelle luchttoevoer/ worden? rookgasafvoer gemonteerd, maar indien het toestel
bijvoorbeeld in de keuken of in de gang (in zicht) hangt,
dan monteert men bij voorkeur concentrisch rookgas- Wanneer
afvoer. Het toestel moet dan worden voorzien van een 1. Bij toepassing van een aluminium afvoer met een totaleconcentrische rookgasafvoeraansluiting. lengte langer dan 10 meter; 2. Bij het aansluiten van een VR-toestel op een afvoer
waarbij de kritische droge lengte wordt overschreden.
EV28265 Ø 80/125 mm EV73628 Ø 80/125 mm EV73288 Ø 80/125 mm EV38466 Ø 60/100 mm |
* * |
* |
* |
* |
Waarom Bij een te lange aluminium afvoer zullen de corrosieproduc- ten uit de afvoer de condenswaterafvoer van het HR-toestel vroegtijdig dicht doen slibben (1.). VR-toestellen zijn niet geschikt (en bedoeld) om conden- saat af te voeren. |
|||||||||
Voor de Nefit Economy VRC 24/CW4 is er een concen- trisch verloop beschikbaar met art.nr. EV 28166 (Ø 80/125 mm). • Wordt de rookgasafvoer via de buitengevel gemonteerd, dan kan men het beste vooraf contact opnemen met de leveranciers van het rookgasafvoermateriaal voor de juiste keuze van het rookgasafvoermateriaal. • Loopt een deel van de rookgasafvoer horizontaal, dan dient men bij een HR-toestel de rookgasafvoer op afschot naar het toestel te monteren. • De EcomLine-toestellen worden gecombineerd met aluminium afvoermaterialen en een Nefit dakdoorvoerset. • Houd rekening met de plaats van de uitmonding van de rookgasafvoer. Het is niet aan te bevelen om bijvoorbeeld de rookgassen af te voeren vlak bij een schoorsteen met sierkap. Naast overmatige condensvocht langs de schoor- steen kan ook gevaarlijke ijspegelvorming optreden. • Zorg er voor dat het luchttoevoer- en rookgasafvoer- systeem goed gemonteerd is en de verbindingen dicht zijn. |
Tips • Bij het berekenen en plaatsen van rookgasafvoer- en luchttoevoercomponenten volgt u de weerstandstabel in de installatie-instructie. De totale weerstand in de rook- gasafvoer moet kleiner zijn dan de maximale drukval P (in Pa) van het type toestel, omdat het toestel anders niet het gevraagde vermogen kan leveren. • Rookgasafvoer Ø 80 mm wordt veel toegepast, maar een kleinere diameter kan ook (heeft een hogere weerstand), u kunt hiervoor Nefit raadplegen. |
Nefit Buderus B.V., Postbus 3 , 7400 AA Deventer.
DealerLine 0570 – 67 85 66. Fax 0570 – 67 85 86. Internet: www.nefitdealer.nl
tb_11