tb_11

TECHNISCH






B U L L E T I N 11 Technische informatie voor de installatiemarkt • september 2003

Nefit adviseert bij de juisteoplossing in gestapelde bouw!

Voor elke situatie een

IN DIT NUMMER:

Rookgasafvoersysteem op maat

RGA en LTV

Pagina 1, 2, 3 en 4

Figuur 1 Welk rookgasafvoersysteem

Inleiding

In de particuliere markt zijn de lucht-

toevoer (LTV) en de rookgasafvoer

(RGA) van een toestel in het alge-

meen geen probleem.

In 80 à 90% van de gevallen wordt

gekozen voor een dakdoorvoer. Voor

de rest wordt meestal een geveluit-

monding toegepast. In tegenstelling

tot diverse andere landen worden in

Nederland de luchttoevoer en rook-

gasafvoer niet concentrisch maar

parallel uitgevoerd. De diameter is

afhankelijk van de opvoerhoogte van

het toestel, de weerstand per meter,

de lengte van de buizen en het aantal

bochten.

In de gestapelde bouw komen veel

meer varianten voor. In nieuwbouw

wordt meestal voor een gecombineer-

de luchttoevoer en rookgasafvoer-

systeem ( CLV) gekozen.

In de bestaande bouw is hiervoor

meestal onvoldoende ruimte aan-

wezig. Bij renovatiewerkzaamheden

moet men daarom vaak uitwijken

naar andere oplossingen. De bestaan-

de bouw is heel divers. Waar bij het

ene gebouw een oplossing prima vol-

doet, is deze voor het andere gebouw

soms totaal ongeschikt. Daarom is

steeds een oplossing op maat nodig.

Nefit heeft ruime ervaring met toe-

passingen in de gestapelde bouw en

is u graag met advies van dienst.

Telefoonnummer: 0570-678566,

faxnummer: 0570-678586 en e-mail:

[email protected]. Voordat we u een

eerste indruk geven van diverse

varianten die ter beschikking staan,

noemen we de belangrijkste criteria

die van belang zijn bij het kiezen van

een specifiek afvoersysteem.

Criteria te stellen aan

afvoersystemen

Bij de keuze van een luchttoevoer- en

rookgasafvoersysteem spelen de vol-

gende aspecten een rol:

• Het systeem dient het uiterlijk van

het gebouw niet esthetisch te be-

invloeden. Daarom wordt meestal

gekozen voor een inpandige oplos-

RGA en LTV bij Nefit

cascadesysteem

Pagina 5

RGA en LTV bij open toestel

Pagina 6

Uitleg UBA-displaycode:

Geen display, cv- en ww-bedrijf

Pagina 7

Tip & Vraag

Pagina 8

sing, zoveel mogelijk voor het oog

weggewerkt.

• De oplossing mag geen of minimale

leefruimte in beslag nemen. Het

verdient daarom aanbeveling uit te

gaan van reeds bestaande kanalen.

• De aanleg mag minimale overlast

voor de bewoners veroorzaken.

Hak- en breekwerk in wanden en

vloeren moet zoveel mogelijk wor-

den voorkomen. Tevens dient de

installatietijd kort zijn. Het liefst

dient in 1 dag het toestel te worden

gemonteerd en tevens de luchttoe-

voer een rookgasafvoer te worden

verzorgd.

• De prijs dient aantrekkelijk te zijn.

• De kwaliteit moet hoog zijn, waar-

door een lange levensduur wordt

geborgd.

• Een veilige en efficiënte werking

van het toestel staat voorop.

1

Figuur 2 Rookgasafvoersystemen



De toestellen voor de gestapelde

bouw

Voor de gestapelde bouw zijn de

volgende Nefit-toestellen bijzonder

geschikt:

– Nefit Economy HR

– Nefit SmartLine HR

Opstellingsruimte

Op Europees niveau zijn opstellings-

ruimtes gestandaardiseerd en worden

in het algemeen aangeduid met een

letter en twee cijfers. De letter (B of

C) geeft aan open of gesloten toestel,

het eerste cijfer geeft het type opstel-

Legenda bij figuur 2 en 3

Codering Omschrijving

B .. .. open toestel

.. 1 1BS met trekonderbreker en

trekbeveiliging, zonder ventilator

.. 2 .. zonder trekonderbreker

.. 3 .. gemeenschappelijke rookgasafvoer en

zonder trekonderbreker

.. .. 2 ventilator rookgaszijdig

.. .. 3 ventilator luchttoevoerzijdig

C .. .. gesloten toestel

.. 1 .. individuele luchttoevoer/rookgasafvoer

via gevel en zelfde drukvlak

.. 3 .. individuele luchttoevoer/rookgasafvoer

via dak en zelfde drukvlak

.. 4 .. CLV (luchttoevoer/rookgasafvoer in

zelfde drukvlak)

.. 5 .. individuele luchttoevoer/rookgasafvoer

via verschillend drukvlak

.. 6 .. universele luchttoevoer/rookgasafvoer

.. 8 .. halve CLV (luchttoevoer/rookgas-

afvoer in verschillend drukvlak)

.. .. 2 ventilator rookgaszijdig

.. .. 3 ventilator luchttoevoerzijdig

ling aan, het tweede cijfer geeft de

locatie van de interne ventilator aan.

Geveluitmonding

Tot tien jaar geleden werden ook in

de gestapelde bouw nog veel gevel-

uitmondingen toegepast. Meestal wer-

den VR-toestellen ingezet, waardoor

de rookgaspluim amper zichtbaar

was. Deze wijze van uitmonden werd

daarom niet als hinderlijk ervaren.

Een HR-toestel geeft de typische

condenspluim. Wanneer deze pluimen

bijvoorbeeld langs galerijen van flats

strijken, wordt dit wel als hinderlijk

ervaren. Aangezien momenteel betere

oplossingen voor handen zijn, worden

geveluitmondingen in de gestapelde

bouw vrijwel niet meer toegepast.

Open opstelling

Bij open opstellingen kunnen de rook-

gassen via het dak en in sommige

gevallen ook via de gevel worden

afgevoerd. De verbrandingslucht

wordt via de opstellingsruimte toe-

gevoerd, welke in open verbinding

staat met de buitenlucht. Vanwege de

lage kosten werd deze opstelling veel

toegepast. In de originele situatie kan

deze opstelling goed functioneren.

Een gevaar dreigt wanneer men bij-

voorbeeld wegens tocht de beluch-

tingopening afdicht, waardoor de ver-

brandingsluchttoevoer blokkeert Ook

als men (later) mechanische ventilatie

toepast, heeft het nadelige invloed op

de beluchting. De werking van het

toestel wordt dan nadelig beïnvloed.

CLV-systeem

Een CLV-systeem is een gecombi-

neerd luchttoevoer- en rookgasafvoer-

systeem. Zoals in figuur 2 is aangege-

ven wordt de lucht via het dak en een

gemeenschappelijke luchttoevoer door

de toestellen aangezogen. De toestel-

len blazen de rookgassen in de

gemeenschappelijke rookgasafvoer,

welke meestal concentrisch in de

luchttoevoerbuis is geplaatst. De

rookgassen in de rookgasafvoer wor-

den door onderdruk ten gevolge van

de thermische trek afgevoerd. Om te

voorkomen dat rookgassen terugstro-

men in een toestel, wanneer een toe-

stel buiten bedrijf is, is het van belang

dat de onderdruk in de rookgasafvoer

ten opzichte van de druk in de lucht-

toevoer voldoende groot is.

Om een paar Pascal extra onderdruk

te creëren wordt op de uitmonding

van de afvoer een diffusor geplaatst.

Om bij hoogbouw te voorkomen dat

2

Figuur 3 Rookgasafvoersystemen


de onderdruk bij de onderste toestel-

len ten gevolge van de thermische trek

te hoog wordt, worden aan de voet

van het CLV-systeem de luchttoevoer

en de rookgasafvoer met elkaar in

verbinding gebracht. Bij toename van

thermische trek wordt extra lucht via

deze drukvereffeningsopening aange-

zogen. Hierdoor blijft de trek en

daardoor het drukverschil over de

toestellen beperkt.

Behalve concentrisch kan men de

luchttoevoer en rookgasafvoer ook

parallel plaatsen. De werking is gelijk

aan die van een concentrisch systeem.

CLV-systemen worden vooral in de

nieuwbouw toegepast. Immers de

vormgeving van het gebouw is nog

vrij te kiezen. De afmetingen van de

schacht kunnen worden afgestemd op

de vereiste diameters van het systeem.

Voordelen van CLV-systemen zijn:

– de hoge mate van standaardisatie,

waardoor voldoende gecertificeerde

materialen beschikbaar zijn tegen

een aantrekkelijke prijs,

– in het algemeen een bedrijfszekere

oplossing.

Een nadeel van CLV-systemen is de

benodigde ruimte. Hierdoor is deze

toepassing bij renovaties minder aan-

trekkelijk. Schachten van voldoende

afmetingen zijn daar vaak afwezig.

Het gevolg is dat men grote gaten in

de verdiepingsvloeren moeten hakken

met alle overlast van dien. Ook wordt

de oplossing dan te duur.

Als materiaal wordt meestal dikwan-

dig aluminium toegepast. Uitvoerin-

gen in roestvaststaal (RVS) zijn ook

beschikbaar. Roestvaststaal is echter

minder gemakkelijk te bewerken. Als

variant wordt in de bestaande bouw

soms gebruik gemaakt van een vol-

doende dichte schacht, waarin con-

centrisch de gemeenschappelijke

afvoer wordt geplaatst. De ruimte

tussen de afvoer en de schacht wordt

dan benut voor de luchttoevoer.

Half CLV-systeem

Een half CLV-systeem is een gecombi-

neerde rookgasafvoersysteem In de

bestaande bouw past men vaak een

gemeenschappelijk rookgasafvoer-

systeem toe, waarbij men de lucht

individueel per toestel via de gevel

aanvoert. Dit is in feite een half CLV-

systeem. Een voordeel is dat men

slechts 1 lange gemeenschappelijke

rookgasafvoer nodig heeft en slechts

korte dunne buizen voor de luchttoe-

voer. Hierdoor is deze oplossing kost-

prijsaantrekkelijk en kan met beperkt

hak- en breekwerk relatief eenvoudig

worden aangelegd. Voorwaarde is wel

dat een dergelijke schacht beschik-

baar is of een ruimte waarin een der-

gelijke gemeenschappelijke rookgas-

afvoer kan worden aangelegd. Soms

kan men gebruik maken van een

schacht waar een conventionele gas-

gestookte toestel op aangesloten was.

In andere gevallen kan men een venti-

latieschacht vrij maken.

Een bijzondere variant vormt de

benutting van een spiraalgefelsde

buis, die wordt toegepast voor mecha-

nische ventilatie. Hierop is soms al

een conventioneel toestel aangesloten.

Door nu concentrisch de gemeen-

schappelijke rookgasafvoer in de

spiraalgefelsde buis te laten zakken,

per verdieping de aansluiting voor het

toestel aan te brengen en individueel

verbrandingslucht van de gevel te

betrekken, beschikt men over een half

CLV-systeem.

Individuele voeringen

Een maatregel, zoals die ook in de

particuliere woningbouw wordt toe-

past, is het voeren van bouwkundige

kanalen. Hierbij wordt het bouw-

3

kundig kanaal voorzien van een indi-

viduele rookgasafvoer per toestel. De

luchttoevoer kan worden uitgevoerd

door:

• dezelfde schacht via een individuele

leiding per toestel,

• dezelfde schacht via de ruimte

rondom de rookgasafvoer (de

schacht moet wel voldoende dicht

zijn) en

• individueel per toestel via de gevel.

De voeringen kunnen een starre con-

structie hebben, vervaardigd uit alu-

minium, roestvaststaal of kunststof.

Gebruikelijker zijn echter flexibele

roestvaststalen voeringen.

Voordelen van individuele voeringen

zijn:

• eenvoudig, door een willekeurige

installateur uit te voeren,

• geen onderlinge beïnvloeding van

de toestellen mogelijk door de indi-

viduele luchttoevoer en rookgas-

afvoer,

• niet afhankelijk van thermische

trek, opvoerhoogte van het toestel

te benutten,

• bij enkele verdiepingen hoog:

kostprijsaantrekkelijk.

Een beperking vormt de beschikbare

ruimte in de schacht. Aangezien

meestal niet meer dan 3 of 4 afvoeren

in de schacht passen, kan deze oplos-

sing worden toegepast bij gebouwen

tot 3 à 4 verdiepingen hoog.

Een nieuwe ontwikkeling vormt de

toepassing van flexibele kunststof

voeringen in combinatie met Nefit

HR-toestellen. Het materiaal is iets

duurder dan flexibel roestvaststaal,

echter kunststof is gemakkelijker en

allicht sneller te verwerken bij het

plaatsen en is zeer duurzaam.

Buigbaar kunststof rookgasafvoer-

materiaal is toegestaan als voering in

een schoorsteenkanaal en beperkt

buiten het kanaal, mits omkokerd in

een brandwerende behuizing. Door de

luchttoevoer en rookgasafvoer con-

centrisch uit te voeren is hier goed te

voorzien. Voor zowel flexibel kunst-

stof als flexibel roestvaststaal geldt

dat deze niet horizontaal geplaatst

mag worden. De hoek dient zodanig

te zijn dat geen condensaat in de

ribbels blijft staan. Namelijk conden-

saat wat in ribbels blijft staan ver-

dampt en wordt steeds weer aange-

vuld. Hierdoor stijgt de zuurgraad en

wordt het materiaal van de afvoer ter

plekke aangetast.

Condensaat uit een afvoer van kunst-

stof of roestvaststaal is relatief zuur.

Dit mag niet terugstromen in een

afvoer van aluminium, omdat deze

anders ter plekke lek zal raken. Bij

een dergelijke overgang van materiaal

is steeds een condensafvoer nodig.

Ook mag het condensaat uit een

afvoer van kunststof of roestvaststaal

niet via de Nefit EcomLine HR wor-

den afgevoerd. Het toestel is hier niet

op berekend. Ook hier is dus een

separate condensafvoer toe te passen.

De Nefit SmartLine HR en de huidi-

ge Nefit Economy HR zijn uniek. In

tegenstelling tot de andere toestellen

op de markt zijn deze beide toestellen

wel bestand tegen het zure conden-

saat uit kunststof en roestvaststalen

afvoeren. Alle onderdelen die met dit

condensaat in aanraking komen zijn

namelijk vervaardigd van een hoog-

waardig kunststof.

Aluminium afvoeren kunnen zonder-

meer op alle toestellen worden aange-

sloten. Het is van belang dat deze

onder afschot naar het toestel worden

aangelegd, opdat geen ophoping van

condensaat plaatsvindt. Bij een totale

lengte van meer dan 10 meter is een

separate condenswaterafvoer aan te

bevelen. Als met een dergelijke lange

afvoer met name een verticale afstand

moet worden overbrugd, dan kan de

condenswaterafvoer het beste onder

het verticale deel worden geplaatst.

De corrosieproducten blijven dan niet

in de bocht van verticaal naar hori-

zontaal achter, maar worden via de

condenswaterafvoer afgevoerd. Hier-

door wordt verstopping van de rook-

gasafvoer voorkomen.

Impregneren

Wanneer een HR-toestel zonder aan-

vullende maatregelen rechtstreeks op

een bouwkundig kanaal wordt aange-

sloten, geeft dit vochtdoorslag. Door

de binnenwand met een vochtafsto-

tend middel te impregneren kan dit

worden voorkomen. Door tevens met

een injectorbypass extra buitenlucht

aan de rookgassen toe te voegen kan

de temperatuur worden verlaagd en

hierdoor een lange levensduur van het

impregneermiddel worden gereali-

seerd. Tot nu toe zijn de Nefit Smart-

Line HR en de Nefit Economy HR de

enige toestellen in de markt, die in

combinatie met dit afvoersysteem

door Gastec zijn goedgekeurd. Daar

waar men met andere technieken niet

uit de voeten kan, is het impregneren

soms een goede oplossing. Met de

eerste projecten zijn al weer een aan-

tal jaren goede ervaringen opgedaan.

Cascadeopstelling

In de gestapelde bouw is de trend dat

men bij nieuwbouw steeds vaker kiest

voor een individueel toestel per woon-

eenheid. Als men kiest voor een col-

lectieve verwarming, dan is een casca-

deopstelling met Nefit EcomLine

toestellen vaak een goed alternatief

boven een groter toestel.

Als inpandig geen stookruimte aan-

wezig is, dan kan men er zelfs voor

kiezen een Nefit EcomTainer te plaat-

sen. Hierbij wordt de cascade opstel-

ling prefab in een container gemon-

teerd. Deze kan vervolgens kant-en-

klaar bijvoorbeeld op het dak van een

flat worden geplaatst.

De luchttoevoer en rookgasafvoer van

cascadeopstellingen worden in een

volgend artikel in dit blad behandeld.

Totaaladvies op maat

Zoals aangegeven is de bestaande

bouw heel divers. In het algemeen is

geen schacht voorhanden waar een

standaard CLV-systeem in past.

Daarom is steeds een oplossing op

maat nodig, geheel afgestemd op uw

situatie en op uw wensen.

Uw accountmanager zal graag een

Nefit serviceadviseur inzetten om ter

plekke de situatie op te nemen en des-

gewenst het advies beschikbaar stel-

len in de vorm van een rapport.

Afhankelijk van uw wensen worden in

dit rapport de toestelkeuze, bijbeho-

4

rend verwarmingssysteem, warmtap-

waterbereiding, regeling, luchttoevoer

en rookgasafvoer opgenomen. Op

basis van ons advies kan een rookgas-

afvoerfabrikant een aanbieding

maken en eventueel kan dat aan de

rapportage worden toegevoegd. Op

deze wijze beschikt u over een totaal-

oplossing voor het toestel inclusief het

rookgasafvoersysteem. Dit geeft de

garantie voor een optimaal werkend

totaalsysteem.

Voor vragen of een advies op maat,

neemt u contact op met uw Nefit

accountmanager of met Nefit,

Telefoonnummer: 0570-678566,

faxnummer: 0570-678586 en

e-mail: [email protected]

Rookgasaf voer en l ucht toevoerop Nefit cascadesystemen

Algemeen

verbrandingsgassen hier eerder

optreedt. Verder is de kans op over-

last door de condenspluim aanwezig.

voorzien zijn van een rooster van vol-

doende afmeting naar de buitenlucht.

Figuur 4 Cascadeopstelling

Tijdens het ontwerp van een Nefit

cascadeopstelling is het belangrijk om

ook de mogelijkheden voor de ver-

brandingsluchttoevoer en rookgas-

afvoer te bekijken. In dit artikel

worden diverse mogelijkheden en

onmogelijkheden getoond.

Prefab dakkap

Het is ook mogelijk om een prefab

kap op het dak te plaatsen, waar de

luchttoevoer- en rookgasafvoerbuizen

van de cv-toestellen individueel op

worden aangesloten. Hiervoor kan

bijvoorbeeld gekozen worden als een

architect de individuele afvoeren niet

in het zicht wil hebben.

Indien de toestellen als gesloten

toestel moeten worden opgesteld, kan

de installatie worden voorzien van

een luchttoevoercollector. Hiermee is

het mogelijk om centraal de lucht

vanuit de gevel of het dakvlak aan te

voeren. Ook is het vaak mogelijk om

de verbrandingsgassen centraal af te

voeren en de luchttoevoer individueel

uit te voeren.

Dakdoorvoerset

Vaak is het mogelijk om elk toestel te

voorzien van een eigen dakdoorvoer-

set. Deze worden ook gebruikt bij

opstelling in een particuliere woning.

Met deze set kunnen de verbrandings-

gassen worden afgevoerd en tevens de

benodigde verbrandingslucht per

toestel worden aangevoerd. Dit is een

uitstekende keuze voor een gesloten

opstelling van de cv-toestellen, bij een

zo laag mogelijke investering.

Ook bij een ruggelingse opstelling,

of een nieuwste opstelling met de

toestellen in twee rijen boven elkaar

(E-frame), zijn Nefit dakdoorvoersets

prima toepasbaar. De dakdoorvoer-

sets staan dan redelijk dicht tegen

elkaar, maar in de praktijk blijkt dat

er geen problemen door ontstaan. Het

gebruik van muurdoorvoersets wordt

afgeraden, omdat terugstroming van

Figuur 5 Prefab dakkap Figuur 6 Rookgasafvoercollector

Collector

De rookgasafvoeren van de toestellen

kunnen worden gecombineerd tot een

rookgasafvoercollector. Dat is een

buis van dikwandig aluminium of

roestvaststaal, waarmee de verbran-

dingsgassen centraal worden afge-

voerd. Hiervoor kan worden gekozen

als dakdoorvoersets niet toepasbaar

zijn, bijvoorbeeld als de stookruimte

zich niet onder het dak bevindt, maar

op de begane grond van een gebouw.

De toestellen kunnen als open toestel

worden opgesteld. D.w.z. dat de

luchttoevoer niet wordt aangesloten.

De toestellen halen de verbrandings-

lucht dan uit de stookruimte, die moet

Voor de dimensionering van de collec-

toren kan contact worden opgenomen

met de Nefit Helpdesk.

Tel.: 0570-678566; fax.: 0570-678586

en e-mail: [email protected]

Een juiste dimensionering is belang-

rijk. Een te kleine diameter kan leiden

tot terugstroming van verbrandings-

gassen door de toestellen die niet in

bedrijf zijn. Dit is schadelijk voor het

toestel en is bij open opstelling ook

schadelijk voor de omgeving van de

toestellen. Er kan dan verbrandings-

gas in de stookruimte terechtkomen.

Bij een goed gedimensioneerd systeem

is dit uitgesloten.

5

Open VR- toest el verdi ent aandacht



Dit artikel gaat in op de beperkingen

van een open VR-opstelling en de

installatie-aspecten waarmee rekening

dient te worden gehouden.

Bij VR-toestellen in open opstelling

wordt de verbrandingslucht uit de

opstellingsruimte, dus uit de ruimte

waar het toestel hangt, aangezogen.

Het betreft hier zogenaamde Verbe-

terd Rendement toestellen.

Deze zijn leverbaar in gesloten uit-

voering (met ventilator) of in open

uitvoering (met trekonderbreker).

De typen toestellen die door Nefit als

open toestel worden geleverd, zijn:

– Nefit Economy VR 24 S

– Nefit Economy VRC 24S/CW3

Bij een open toestel wordt de ver-

brandingslucht via een opening in de

gevel toegevoerd en worden de rook-

gassen op basis van thermische trek

afgevoerd. Een goed uitgelegd

systeem functioneert prima, echter het

concept is gevoelig voor beïnvloeding.

Om tocht te voorkomen komt het in

de praktijk dikwijls voor dat de lucht-

toevoeropening wordt afgedicht.

Hierdoor ontstaat een ongewenste

situatie, waarbij rookgassen via het

toestel in de opstellingsruimte kunnen

komen. Ook mag in combinatie met

een open opstelling geen mechanische

ventilatie worden toegepast. Het komt

dikwijls voor dat de mechanische ven-

tilatie achteraf wordt geplaatst. Om

de mogelijke beïnvloedingen te voor-

komen adviseren we zoveel mogelijk

een gesloten VR-toestel (met ventila-

tor) toe te passen, het liefst in combi-

natie met een gesloten opstelling.

Bij het toepassen van een open toestel

is het dan ook van wezenlijk belang

dat er voldoende trek kan worden

opgebouwd in de rookgasafvoer.

Hieronder volgen enige aandachts-

punten waarmee tijdens het installe-

ren rekening moet worden gehouden;

• Boven het toestel moet de rookgas-

afvoer tenminste 0,5 meter stijgen

(met dezelfde diameter als het

toestel) alvorens een bocht mag

worden geplaatst. Dit geldt niet:

– Indien direct boven het toestel een

rookgasafvoer aanwezig is van ten

minste 3 meter trekhoogte zonder

dat in de rookgasafvoer een samen-

voeging van andere toestellen aan-

wezig is.

– Indien het toestel op een zolder

hangt en de uitmonding plaats heeft

in de nok van het dak. In dat geval

mag men met een 45 graden bocht

direct verslepen. Hierbij mag ook

geen sprake zijn van het samen-

voegen van rookgasafvoer.

• De totale lengte A+B+C van de

rookgasafvoer mag maximaal

1,5 maal de trekhoogte A + C zijn,

zie figuur 7.

• Voorkom het condenseren van de

rookgassen in de rookgasafvoer!

Pas in een onverwarmde ruimte

tenminste dubbelwandig afvoer-

materiaal toe. Houd de rookgas-

afvoer hierbij zo kort mogelijk.

• Bij open toestellen (zonder ventila-

tor) is het in bepaalde omstandig-

heden mogelijk de rookgasafvoer te

laten uitmonden in een schoorsteen-

kanaal.

Afvoer van rookgassen vindt dan

plaats via een bouwkundig kanaal

(inpandig of tegen een buitengevel).

Om problemen met condens te

voorkomen adviseren wij u de

maximale lengte van het kanaal niet

langer te kiezen dan 3 meter.

• De afvoer dient te zijn voorzien van

een universele kap voor VR-toestel-

len conform de Europese norm 483

type C6. Een kap voor HR-toestel-

len is niet geschikt, omdat deze er

op gebouwd is dat het condensaat

terugstroomt naar het toestel.

• De opstellingsruimte moet een open

verbinding (bijvoorbeeld ventilatie-

rooster) naar buiten hebben, zie

figuur 7.

• Belangrijk is verder dat de plaats

van de uitmonding van de dakdoor-

voer zich in een ‘vrij gebied’ be-

vindt. In de praktijk komt het er op

neer dat de afvoerkap zich ten-

minste een 0,5 meter boven de nok

van het dak moet bevinden, waarbij

geen sprake mag zijn van belenden-

de bebouwing.

Dus bij een open toestel mag de

rookgasafvoer niet uitmonden

onder in een schuin dakvlak of in

een gevels.

Worden de rookgassen van een open

toestel niet op de juiste wijze afge-

voerd, zal dit onmiddellijk gevolgen

hebben voor de goede werking van

het toestel. Het toestel zal namelijk

worden uitgeschakeld door de Ther-

mische Terugslag Beveiliging (ook wel

TTB genoemd).

Raadpleeg daarom altijd de installa-

tie-instructie van de Nefit Economy

VR en de algemeen geldende voor-

schriften.

Advies

Behalve het afvoersysteem verdient

ook het gebruik van met name open

VR-toestellen de nodige aandacht.

Het rendement van de huidige gene-

ratie VR-toestellen is tot het maxi-

mum opgevoerd. Het is echter van

belang dat een minimale trek over het

toestel wordt gehandhaafd. Daarom

adviseert Nefit bij toepassing van

open VR-toestellen:

• Een aan/uit-regeling toe te passen;

• Geen lage temperatuursystemen

(waaronder vloerverwarming) toe

te passen;

• De aanvoertemperatuur van het

toestel niet lager dan 70 °C in te

stellen.

Figuur 7 Open VR-opstelling

6

Uitleg UBA 3 en BC10- di spl aycode:














(geen) en …

Met de introductie van de Nefit SmartLine HR heeft Nefit

ook een nieuwe Universele Brander Automaat (UBA 3)

geïntroduceerd. Het bedieningsgedeelte dat vroeger geïnte-

greerd was in de UBA 1 en UBA 1,5 is nu een op zichzelf

staand onderdeel (BC 10). De BC 10 (zie figuur 8) is direct

achter het deurtje in de mantel gemonteerd.

Dit is een terugkerend artikel over displaycodes gegene-

reerd door de Universele Brander Automaat (UBA 3) en

weergegeven door de BC 10.

Met de Service Tool kan de UBA 3 worden uitgelezen en

toestelcomponenten worden getest.

Displaycode

(geen)

Displaycode

en

Tijdens de normale bedrijfssituatie wordt in het display

van de BC10 de actuele aanvoertemperatuur in graden

Celsius weergegeven. Door één keer op de serviceknop

te drukken verschijnt de cv-waterdruk in bar in het display.

Door vervolgens nog een keer op de serviceknop te druk-

ken verschijnt de bedrijfscode in het display. Nog een keer

indrukken om terug te komen bij het begin van het menu.

Indien er sprake is van een storing, dan verschijnt automa-

tisch de bijbehorende storingscode in het display van de

BC10. Deze storingscode kan blokkerend of vergrendelend

(knipperend) zijn. Alleen een vergrendelende storing moet

gereset worden.

Geen display betekent dat het toestel niet functioneert. Displaycode ‘ ‘ in combinatie met de codeletter ‘ ‘ betekent dat het toestel een controlerende taak uitvoert.

Displaycode ‘ ‘ met eencodeletter

Antipendel, 10 min. Vanaf branderstart. Deze antipendeltijdis instelbaar met de Service Tool.

Gloeiplug aan /branderstartvoorbereiden.

Meer warmte geleverd op cv dan

Figuur 8 BC 10 Figuur 9 UBA 3

gevraagd.

Geen display

• Geen netspanning.

• Netschakelaar op stand 0.

• BC10 zit niet vast in houder.

• UBA 3 zit los of is gedemonteerd.

• Zekering in UBA defect, 2.5 A T

(zand gevuld). De zekering zit aan

de onderzijde van de UBA 3.

• Verbindingsstekker bij trafo zit los.

Toestel staat stand-by, geen

warmtevraag.

Gasblok open / starten.

Maak toestel bedrijfsklaar.

Aanvoertemperatuur hoger dan

ingesteld. Controleer de instel-

ling van de cv-temperatuur en de

stooklijn bij weersafhankelijke

regeling.

UBA 3

UBA 3 is de grijze doos voor het elek-

tronisch regelen van het toestel. Naast

de displaycode op de BC 10, is er een

rode indicatie-LED aanwezig op de

UBA 3 (figuur 9).

Met deze displaycode en de rode

indicatie-LED (figuur 9, pos. 1) kan

een diagnose over de bedrijfs- of sto-

ringsstatus van het toestel worden

verkregen.

• Led knippert 10 sec. hoogfrequent,

bij 1e keer in bedrijf nemen van

toestel.

• Led kort aan, na inschakelen van

de spanning

• Led uit, bij normaal bedrijf of geen

netspanning (figuur 9, pos. 1).

• Led aan, bij storing in UBA 3 of

niet herkennen KIM.

• Led knippert, bij vergrendelende

storing.

7

&









Tip Vraag

van een van eeninstallateur installateur

Aandachtspunten bij het monteren van een lucht- Vraag:

toevoer- en rookgasafvoersysteem op het toestel. Wanneer en waarom dient er een separate condenswater-

afvoer in de rookgasafvoer voor het toestel geplaatst te

• In de meeste gevallen wordt een parallelle luchttoevoer/ worden? rookgasafvoer gemonteerd, maar indien het toestel

bijvoorbeeld in de keuken of in de gang (in zicht) hangt,

dan monteert men bij voorkeur concentrisch rookgas- Wanneer

afvoer. Het toestel moet dan worden voorzien van een 1. Bij toepassing van een aluminium afvoer met een totaleconcentrische rookgasafvoeraansluiting. lengte langer dan 10 meter; 2. Bij het aansluiten van een VR-toestel op een afvoer

waarbij de kritische droge lengte wordt overschreden.

EV28265 Ø 80/125 mm

EV73628 Ø 80/125 mm

EV73288 Ø 80/125 mm

EV38466 Ø 60/100 mm

* *

*

*

*

Waarom

Bij een te lange aluminium afvoer zullen de corrosieproduc-

ten uit de afvoer de condenswaterafvoer van het HR-toestel

vroegtijdig dicht doen slibben (1.).

VR-toestellen zijn niet geschikt (en bedoeld) om conden-

saat af te voeren.

Voor de Nefit Economy VRC 24/CW4 is er een concen-

trisch verloop beschikbaar met art.nr. EV 28166

(Ø 80/125 mm).

• Wordt de rookgasafvoer via de buitengevel gemonteerd,

dan kan men het beste vooraf contact opnemen met de

leveranciers van het rookgasafvoermateriaal voor de

juiste keuze van het rookgasafvoermateriaal.

• Loopt een deel van de rookgasafvoer horizontaal, dan

dient men bij een HR-toestel de rookgasafvoer op afschot

naar het toestel te monteren.

• De EcomLine-toestellen worden gecombineerd met

aluminium afvoermaterialen en een Nefit dakdoorvoerset.

• Houd rekening met de plaats van de uitmonding van de

rookgasafvoer. Het is niet aan te bevelen om bijvoorbeeld

de rookgassen af te voeren vlak bij een schoorsteen met

sierkap. Naast overmatige condensvocht langs de schoor-

steen kan ook gevaarlijke ijspegelvorming optreden.

• Zorg er voor dat het luchttoevoer- en rookgasafvoer-

systeem goed gemonteerd is en de verbindingen dicht zijn.

Tips

• Bij het berekenen en plaatsen van rookgasafvoer- en

luchttoevoercomponenten volgt u de weerstandstabel in

de installatie-instructie. De totale weerstand in de rook-

gasafvoer moet kleiner zijn dan de maximale drukval P

(in Pa) van het type toestel, omdat het toestel anders niet

het gevraagde vermogen kan leveren.

• Rookgasafvoer Ø 80 mm wordt veel toegepast, maar een

kleinere diameter kan ook (heeft een hogere weerstand),

u kunt hiervoor Nefit raadplegen.

Nefit Buderus B.V., Postbus 3 , 7400 AA Deventer.

DealerLine 0570 – 67 85 66. Fax 0570 – 67 85 86. Internet: www.nefitdealer.nl

tb_11

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *