tb_06

TEC HN I SC H








B U L L E T I N 6 Technische informatie voor installateurs • december 1999

Nefit Handt ermi nal Memor ycard versi e 1. 41

De oorzaak van een storing aan een

Nefit EcomLine ketel is doorgaans

eenvoudig te achterhalen. Alle Nefit

EcomLine ketels zijn standaard voor-

zien van een communicatiemogelijk-

heid. Door de Nefit Handterminal in

te pluggen, kan de servicemonteur snel

en eenvoudig een diagnose stellen.

Onlangs is er een nieuwe Memorycard

(versie 1.41) met nieuw software voor

de Nefit Handterminal uitgekomen.

Buiten alle huidige toestellen die de

Handterminal ondersteunt, maakt

deze nieuwe softwareversie het

gebruik van de Handterminal op de

volgende productlijnen ook mogelijk;

• Nefit EcomLine HR Excellent,

• Nefit EcomLine HR Classic,

• Nefit EcomLine HR Economy

(HR11, HRC23V, HRC 23/28V).

Nefit Handterminal op een verant-

woordde manier te testen.

De nieuwe Memorycard (versie 1.41)

is gereed en wordt verzonden aan de

contracthouders. Voor het bestellen

van een Nefit Handterminal inclusief

onderhoudscontract kunt u bellen met

de DealerLine

0570 – 678566 –

toets 5.

NEFIT

HANDTERMINAL

START

HIST

ORIE

STORINGEN

OPLOSSEN

?

HELP

CORRIGEREN

STATUS

COMPONENTEN

TESTEN

BEVESTIGEN

Nefit Handterminal

IN DIT NUMMER:

Nefit Handterminal

Pagina 1

Rookgasafvoer-/luchttoevoer

weerstandsberekening

Pagina 2

Reinigen toestelsifon

Pagina 4

Uitleg UBA-displaycode: 1 en 2

Pagina 5

Hoe regelen we de vloer-

verwarming bij een WA-regeling?

Pagina 6

Tip & Vraag

Pagina 8

Tevens zijn er enkele wijzigingen in

de software doorgevoerd waardoor de

functionaliteit is verbeterd.

Natuurlijk is de Handterminal, net

als al onze andere producten,

millenniumproof.

Korte beschrijving

5 hoofdfuncties Handterminal

Bekijken welke storing er in het verleden zijn opgetreden. Opzoeken

wat de betekenis is van een display- en servicecode.

Functionaliteit Handterminal

De Nefit Handterminal vertelt:

• de status van de belangrijkste

componenten;

• hoe de ketel in het verleden heeft

gefunctioneerd;

• de mogelijke oorzaak van de storing;

• hoe de storing te verhelpen.

Bekijken hoe UBA ingesteld is, welke temperaturen de sensoren meten,

hoeveel branderstarts het toestel gemaakt heeft, wat het serienummer,

versienummer van de UBA is, etc.

Stap-voor-stap de oorzaak van een storing zoeken (huidige storing,

storing uit het verleden).

Testen van componenten.

Testen van ketelfunctie.

Wijzigen van UBA-instellingen.

Verder is het mogelijk om een aantal

ketelcomponenten met behulp van de

Uitgebreide ondersteuning bij Handterminal gebruik.

1

Rookgasaf voer- /l ucht toevoerweerstandsberekeni ng


Om de Nefit EcomLine toestellen op

maximale belasting te kunnen laten

functioneren, mag de maximale druk-

val van het toestel niet worden over-

schreden. De maximale drukval van

de Nefit EcomLine toestellen

bedraagt 70 Pa, met uitzondering van

de Nefit EcomLine HR 65 modellen.

Deze bedraagt 90 Pa.

Om een weerstandsberekening te kun-

nen maken waaruit blijkt dat de maxi-

male drukval van het toestel niet

overschreden wordt, dienen de juiste

gegevens beschikbaar te zijn;

• Type toestel

• Type doorvoer

• Totale lengte van het RGA systeem

• Aantal 90° bochten in het RGA

systeem

• Aantal 45° bochten in het RGA

systeem

• Totale lengte van het LTV systeem

• Aantal 90° bochten in het LTV

systeem

• Aantal 45° bochten in het LTV

systeem

De weerstand van de verschillende

luchttoevoer- en rookgasafvoercom-

ponenten wordt eveneens in de weer-

standstabel (tabel 1) gedefinieerd.

Indien de totale drukval van de bere-

kening groter is dan toegestaan, dan

dient een herberekening te worden

gemaakt met een grotere luchttoe-

voer- of rookgasafvoerdiameter of

door toepassing van 45° bochten in

plaats van 90° bochten.

Condensafvoer van rookgas-

afvoersysteem

In het rookgasafvoerkanaal ontstaat

condensaat. Het toestel moet aange-

sloten worden op Nefit Fasto rook-

Voorbeeld weerstandsberekening Nefit EcomLine HR 22

Rookgasafvoer (figuur 1, A+B+C)

30 meter rechte buis ø 80 mm à 0,8 Pa per meter 24,0 Pa2 x 90° bocht ø 80 mm à 4,0 Pa per bocht 8,0 Pa0 x 45° bocht ø 80 mm à 1,2 Pa per bocht 0,0 Pa

Luchttoevoer (figuur 1, D+E+F)

30 meter rechte buis ø 80 mm à 0,5 Pa per meter 15,0 Pa2 x 90° bocht ø 80 mm à 2,2 Pa per bocht 4,4 Pa0 x 45° bocht ø 80 mm à 0,7 Pa per bocht 0,0 Pa

Concentrisch

0 meter rechte buis ø 80/125 mm à 1,5 Pa per meter 0,0 Pa0 x 90° bocht ø 80/125 mm à 2,2 Pa per bocht 0,0 Pa0 x 45° bocht ø 80/125 mm à 1,4 Pa per bocht 0,0 Pa

Doorvoer

Verticale dakdoorvoer ø 80/125 mm 11,1 Pa

Diversen

Instroomverlies N.V.T PaDiversen 0,0 Pa

Totaal 62,5 Pa Toegestaan drukverlies 70,0 Pa

Figuur 1 Rookgasafvoer-/luchttoevoer-

systeem

Het berekende drukverlies is: TOEGESTAAN.

2

3


gasafvoermateriaal. Om de reden van

condensvorming mag bijvoorbeeld de

rookgasafvoer niet op een gemetseld

kanaal worden aangesloten.

Om rookgas- en condenslekkage te

voorkomen moet er op worden gelet

dat de rookgasafvoerleidingen goed

op elkaar worden gemonteerd en op

afschot naar het toestel worden

geplaatst. Het plaatsen op afschot

betekent dat de helling van de rook-

gasafvoerleiding minimaal 5 cm per

strekkende meter moet zijn zodat het

condensaat in voldoende mate naar

het toestel kan aflopen. Het conden-

saat wordt in het toestel via de toe-

stelsifon afgevoerd.

gasafvoer te worden aangebracht om

te verhinderen dat al het gevormde

condensaat door de ketel stroomt.

Hiertoe kan een standaard condens-

opvanginrichting van dezelfde diame-

ter als het rookgasafvoerkanaal in het

kanaaldeel ingebouwd worden.

De condensafvoer moet worden uitge-

voerd met een 32 mm kunststofpijp en

moet op afschot en open op de riool-

installatie aangesloten worden.

Nefit

EcomLine HR

Extra condensafvoer in het

rookgasafvoersysteem

Bij een rookgasafvoerlengte van

10 meter of meer dient boven de ketel

een extra condensafvoer in de rook-

minimaal 2 cm

Rei ni gen toestelsifon

Tijdens het gebruik kunnen verbran-

dingsproducten van het cv-toestel

via het toestelsifon afgevoerd worden.

Het toestelsifon kan enigszins ver-

vuild zijn. Wij raden u aan tijdens

onderhoudwerkzaamheden het

toestelsifon uit het toestel te nemen

en het sifon met leidingwater te

reinigen.

Vullen toestelsifon nieuw

geplaatst toestel

Bij nieuw geplaatste cv-toestellen

waarbij het rookgasafvoerkanaal nog

toegankelijk is, kan de toestelsifon

eenvoudig gevuld worden:

• Controleer of het toestelsifon op

correcte wijze in het toestel is

geplaatst.

• Giet een maatbeker leidingwater in

de rookgasafvoer (zie figuur 4).

• Controleer aan de buitenzijde van

het toestelsifon of deze voldoen

gevuld is.

Toestelsifon uitnemen

Het verwijderen van het toestelsifon

bestaat uit de volgende handelingen

(zie figuur 3):

1. Trek de harmonica aansluiting van

de condensbak.

2. Kantel het toestelsifon.

3. Trek het toestelsifon uit de

condensleiding.

3

1

2

Nefit

EcomLine HR

Na het reinigen van het toestelsifon

dient het sifon gevuld met leidingwa-

ter in tegengestelde volgorde in het

cv-toestel teruggeplaatst te worden.

Figuur 3 Inspectie sifon Figuur 4 Vullen sifon nieuw toestel

4

Uitleg UBA-di spl aycode: en
































servicecode: en

Dit is een terugkerend artikel over

displaycodes van de UBA (Universele

Brander Automaat). In elk volgend

Technisch Bulletin wordt er een dis-

playcode besproken.

Displaycode

en

Op de UBA bevindt zich een display

waarop de displaycode aangeeft wat

de huidige – globale – bedrijfstoestand

van het toestel is.

Servicecode

Door op de serviceknop te drukken

verschijnt de servicecode. Knippert

de displaycode dan is er een storing.

De combinatie van beide codes geeft

gedetailleerde informatie over de

bedrijfstoestand van het toestel.

en

Als bedrijfsfunctie betekent de displaycode en servicecode dat er een

rookgasafvoermelding is. De displaycode en servicecode geven

aan dat er een watercirculatiemelding is.

Aansluiting voor rookgasthermostaat is open.

oorzaak: – Controleer de doorverbinding (dubbel

rood/rood-bruin) in de kabelboom achter het

gasregelblok en de eventuele aangesloten exter-

ne beveiligingen.

Thermische terugslag beveiliging (TTB) is open omdat

de temperatuur naast rookgasafvoer te hoog is (Nefit

EcomLine VRC 24VS).

oorzaak: – Te weinig schoorsteentrek of rookgasafvoer

heeft te veel weerstand (verstopt) of TTB is

defect of niet goed aangesloten.

Warmteverschil tussen de safety- en aanvoersensor is te

groot.

oorzaak: – Toestel past zich aan, aan de geringe water-

hoeveelheid in de cv-installatie.

– De aanvoer- en retoursensor zijn onderling

verwisseld.

– Aanvoersensor is defect.

– Bypass is foutief geïnstalleerd of ingesteld.

– Er is verstopping door vervuiling.

– Safetysensor is defect.

– De pomp draait niet.

– Waterdruk cv-circuit te laag.

– Lucht in het toestel.

Safetysensor van de warmtewisselaar te warm.

oorzaak: – Te veel radiatoren dicht.

– Bypass foutief geïnstalleerd of ingesteld.

– Er is verstopping in de cv-installatie door

vervuiling.

– Safetysensor is defect.

– De pomp draait niet.

– Waterdruk cv-circuit is te laag.

– Lucht in het toestel.

Temperatuur safetysensor stijgt te snel.

oorzaak: – Te veel radiatoren dicht.

– Bypass te dicht bij de ketel.

– Externe boiler te klein voor toestelvermogen.

Warmteverschil tussen de aanvoer- en retoursensor is te

groot.

oorzaak: – Retoursensor is defect of niet goed

aangesloten.

5

Hoe regelen we de vl oerverwarmi ngbij een weersafhankel i j ke regeling?

Voor het comfortabel verwarmen van

woningen wordt in het algemeen

gebruik gemaakt van radiatoren met

open – dicht kranen en als regeling

een ruimtethermostaat.

Het is echter niet altijd mogelijk om

met een ruimtethermostaat te regelen

aangezien er vaak in diverse vertrek-

ken ook verschillende ruimtetempera-

turen worden gewenst.

Ook zijn soms verschillende aanvoer-

temperaturen nodig om de gewenste

ruimtetemperatuur te bereiken. Denkt

u hierbij bijvoorbeeld aan vloerver-

warming (lage aanvoertemperatuur)

of radiatoren met thermostaatkranen

(hogere aanvoertemperatuur).

Vaak wordt veronderstelt dat in de

bovenstaande situaties kan worden

volstaan door weersafhankelijk te

gaan regelen, echter in de weersaf-

hankelijke regeling dient een stooklijn

te worden ingegeven en de vraag is

dan hoe hoog deze moeten worden

ingesteld.

Kiest men namelijk voor een laag

ingestelde stooklijn voor de vloer-

verwarming (aanvoertemperatuur

klimaatpunt maximaal 50 °C) dan

worden de radiatoren ‘s winters niet

voldoende warm indien deze zijn

berekend op bijvoorbeeld 60-80 °C.

Wordt de stooklijn veel hoger inge-

steld (klimaatpunt bijvoorbeeld

80 °C) om de radiatoren ook bij lage

buitentemperaturen op temperatuur te

krijgen, dan heeft dit als nadeel dat

de ruimte waarin de vloerverwarming

is opgesteld vaak in de loop van de

dag te warm wordt, omdat namelijk

steeds een (te) hoge aanvoertempera-

tuur wordt aangeboden.

Een oplossing voor de bovenstaande

problemen kan zijn het weersafhanke-

lijk voorregelen van de aanvoertempe-

ratuur en naregelen met een aan – uit

thermostaat welke een zoneklep aan-

stuurt (zie figuur 5).

In het voorbeeld ziet u een Nefit

EcomLine HR aangesloten op een

vloerverwarmingsunit en een radiator

met thermostaatkraan.

Als regeling is gekozen voor de Nefit

ModuLine 30 thermostaat of de Nefit

ModuLine IV thermostaat.

De regeling wordt door middel van

een buitenvoeler als puur weersafhan-

kelijk ingesteld en dit betekent dus

dat de thermostaat niet in het referen-

tievertrek hoeft te hangen. Er wordt

in de Nefit ModuLine 30 gekozen

voor installatietype 3. De stooklijn

wordt hierdoor automatisch ingesteld

en is dan geschikt voor radiatoren

met thermostaatkranen (voetpunt

bij 20 °C buitentemperatuur 30 °C

aanvoertemperatuur / klimaatpunt

bij -10 °C buitentemperatuur 80 °C

aanvoertemperatuur.

De ruimtetemperatuur in het vertrek

met vloerverwarming wordt nu nage-

regeld door de kamerthermostaat (3) .

Zodra de ruimtetemperatuur is

bereikt dan sluit de servoklep en

wordt er geen warmte meer toege-

voerd aan de vloerverwarmingsset.

Opgemerkt dient te worden dat de

ketel gaat moduleren op de ingestelde

stooklijn. De installatie wordt dus

weersafhankelijk modulerend voorge-

regeld.

De radiator wordt nageregeld met een

thermostaatkraan.

Met een aan – uit kamerthermostaat

en een servoklep wordt voorkomen

dat de kamertemperatuur in het ver-

trek met vloerverwarming te hoog kan

oplopen.

6

KROONSTEENAANSLUITING UBA


24 V

9

10

15

_

20

+

25

30

10

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

24VAC 5

– max 6VA

0

1

2

3 230 V

7

4

6 5

0V

6

3

4 4

1

2

12 13

8 8 8

1 Zoneklep 8 Inregelventiel

2 Drukverschilregelaar (bypass) 9 ModuLine met WA-regeling

3 (Klok)thermostaat (aan/uit) 10 Nefit buitenvoeler

4 Serviceafsluiter 11 Thermostatisch radiatorafsluiter

5 Expansievat 12 Regelelement met dompelvoeler

6 Overstortventiel 13 Inregelafsluiter

7 Trafo

11

8 8 8

Figuur 5 Weersafhankelijke regeling met zone-regeling als naregeling

EcomLineHR

Nefit

3

18∞

4

22∞

2

20∞

1

20∞

Figuur 6 Schematische weersafhankelijke opstelling met naregeling vloerverwarming

7

&














Tip Vr aag

van een Nefit van eenservicemonteur installateur

Vraag: Vraag:

Zijn de UBA 1 (Nefit EcomLine Classic) en de UBA 1.5 Kunnen twee Nefit ModuLine thermostaten aangesloten(Nefit EcomLine Excellent) onderling uitwisselbaar? worden op één ketel?

Oplossing:

Ja dat kan. De UBA met softwareversie 3.4 of hoger

ondersteunt alle functies die in de Excellent-toestellen

aanwezig zijn. Bij gebruik van een lagere softwareversie

werkt het toestel wel maar de pomp moduleert niet en de

tapwaterregeling werkt afwijkend.

Antwoord:

Nee, de UBA communiceert in een gesloten lus met de

Nefit ModuLine thermostaat en kan maar met één

ModuLine thermostaat communiceren.

Plaats bij twee gebruikers een WA-regeling of maak er

twee apart aangestuurde cv-groepen van (zie Technisch

bulletin nr. 4).

Opmerking:

Met behulp van de Nefit Handterminal is de software-

versie vast te stellen.

za 15:45 20,5

– I +

NACHT MAN AUTO

10

15

20

– Auto +

25

30

Type UBA 4000

Max. safety time: 10 sec.

220-240 Vac 50 Hz

DIN DVGW nr: 93.01bNF”S”

CE REG NR: 63A05280

Type: UBA 4001

Max Safety time: 10 sec.

CE REG nr: 63 A 05280

aan/uit

kamerthermostaat

Nefit ModuLine

kamerthermostaat

datacommunicatie

buitenvoeler

24 V voeding

driewegklep aansluiting

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

1

2

3

4

24VAC

5

– max 6 VA

0

0V

6

Nefit

11KW

90

display

40

service

10

0 1

1 2

Nefit ModuLine thermostaat

reset 10

1

pomp

1

1 1

10

10

1 10

1 2

UBA 1 UBA 1.5

Nefit Cascade Kiezer

Sinds kort is er een handige Nefit Cascade Kiezer beschikbaar. Hierin zijn alle techni-sche gegevens, afmetingen en systeemsamenstellingen van de Nefit Cascadepakkettenweergegeven. Voor het bestellen van de Nefit Cascade Kiezer kunt u bellen met deDealerLine 0570 – 67 85 66 – toets 2.

Nefit Fasto BV, Postbus 3, 7400 AA Deventer. DealerLine 0570 – 67 85 66. Fax 0570 – 67 85 86. Internet: www.nefitfasto.nl

Nefit Fasto BV is onderdeel van Buderus Heiztechnik.

8

tb_06

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *