TEC HN I SC H
B U L L E T I N 7 Technische informatie voor installateurs • oktober 2000
Economy VR( C) – en HR(C)-toestel l en
IN DIT NUMMER:
Nieuwe Nefit Economy VR(C)- en HR(C)-toestellen Naast de keus voor de kwaliteits- bewuste eigenhuisbezitter (Nefit EcomLine Excellent en Nefit EcomLine Classic series) en voor de grote gebouwen (cascade) is er nu ook een nieuwe keuze voor woningbouwprojecten. |
De Nefit Economy VR(C)- en HR(C) toestellen kunnen traploos terugmoduleren. De single-toestellen kunnen des- gewenst gecombineerd worden met de 80 en 120 liter Nefit cv-boiler. |
Nefit Economy VR(C)- en HR(C)-toestellen Pagina 1 Toestelclassificatie van het afvoersysteem Pagina 5 Uitleg UBA-displaycode: 3 en 4 Pagina 7 |
|||
Tabel 2 Nefit Economy Single-toestellen |
Tip en Vraag Pagina 8 |
Nefit Economy Nefit Economy Nefit Economy VR 24 VR 24 S HR 11, 19, 24
Nominaal vermogen kW 24 24 11 19 14
Modulatiebereik % 45-100 45-100 45-100 43-100 34-100
Toestel Gesloten toestel Open toestel Gesloten toestel
2 x 80 130 2 x 80
RGA- en LT- aansluitingen mm VR dakdoorvoer HR dakdoorvoer
Tabel 3 Nefit Economy Combi-toestellen
Nefit Economy Nefit Economy Nefit Economy Nefit Economy VRC 24 VRC 24S HRC 24 HRC 24 Standaard Uitgebreid
Nominaal vermogen kW 24
Modulatiebereik % 45-100 45-100 34-100 34-100
CW-toepassingsklasse 3 3 3 3
Tapboiler ThermoQuick
Driewegklep Honeywell VC 8010
Toestel Gesloten toestel Open toestel Gesloten toestel Gesloten toestel
2 x 80 130 2 x 80 2 x 80
RGA- en LT- aansluitingen mm VR dakdoorvoer HR dakdoorvoer HR dakdoorvoer
1
Aansluiting Aansluitmaat toestel (Voor)montageframeset
1 aanvoer cv 3/4” binnendraad 22 mm knelkoppeling
2 retour cv 3/4” binnendraad 22 mm knelkoppeling
3 warm water (alleen bij combi) 1/2” binnendraad 15 mm knelkoppeling
4 koud water (alleen bij combi) 1/2” binnendraad 15mm knelkoppeling
5 gas 1” binnendraad 1/2 buitendraad
6 rookgasafvoer (ventilator) 80 mm n.v.t.
6 rookgasafvoer (schoorsteen) 130 mm n.v.t.
7 luchttoevoer (ventilator) 80 mm n.v.t.
8 condenswater/overstort (optie) 25 mm n.v.t.
Combi’s met ThermoQuick tapboiler Direct warm water door de ingenieu- ze constructie van de compacte ThermoQuick tapboiler. |
De tapboiler is voorzien van 2 sen- soren. Een sensor meet de warmwater uitstroomtemperatuur en de andere sensor meet de bewaartemperatuur (gesitueerd bij de koudwateringang). Wanneer de gebruiker warm water zal gaan tappen, zal dit een daling van de bewaartemperatuur geven en zal het toestel onmiddellijk gaan starten ten behoeve van de warmwatervoorziening. De uitstroomtemperatuursensor bepaalt aan de hand van de instelling op de UBA of de juiste uitstroomtemperatuur geleverd wordt. Het toestel zal zijn brandervermogen hierop aanpassen. |
De tapboiler is opgebouwd uit een metalen voorraadvat waarin een koperen warmwaterspiraal gecombi- neerd met voorraad is opgenomen. De gebruiker hoeft niet eerst warm water weg te laten stromen wat nog niet warm genoeg is. Tevens zorgt de geïsoleerde tapboiler er voor dat het op voorraad houden niet veel energie kost. Warmtapwatertemperatuur Voor maximale energiebesparing is het combitoestel in te stellen als koud- starttoestel, hiervoor dient de tap- |
2
watertemperatuurinstelknop op stand ”1” ingesteld te worden. Tabel 5 toont de bewaar- en uitstroomtemperaturen bij verschillende instellingen van de tapwaterinstelknop. Spoelaansluitingen De Nefit Economy VR(C) en HR(C) toestellen zijn standaard voorzien van een antikalkregeling. Deze regeling biedt de mogelijkheid het warmtap- water op een lage temperatuur te bewaren, terwijl de uitstroomtempera- tuur hoog is. De warmtapwatertempe- ratuurinstelling dient hiertoe op stand 1 te staan. Mocht het, ondanks de antikalkregeling, nodig zijn om de tapboiler te ontkalken, dan kan in plaats van de twee sensoren de tap- boiler worden voorzien van spoel- pluggen. De aansluiting van een spoelpomp is dan te verwezenlijken zonder dat er iets van de installatie moet worden afgekoppeld. Tabel 5 Stand tapwaterinstelknop stand bewaartemp. uitstroomtemp [0C] [0C] 1 27 60 2 29 60 3 40 40 4 43 43 5 46 46 6 49 49 7 52 52 8 55 55 9 58 58 10 60 60 Ophangbeugel (artikelnummer 38092) |
nendraad. Cv-zijdig: 3/4”, sanitairzij- dig: 1/2” en gaszijdig: 1”. Maak voor de aansluiting van de gasleiding op het toestel gebruik van de met het toestel meegeleverde gaskoppeling (1/2”bu). Maak voor aansluiting van de overige leidingen gebruik van de standaard, in de handel verkrijgbare, overgangskoppelingen met vlakke afdichting. Montageframeset (artikelnummer 38700) Om het aansluiten van het toestel te vergemakkelijken is een montagefra- meset ontwikkeld. Deze montagefra- meset zorgt ervoor dat de aansluitin- gen voor verwarming en tapwater (de aansluitingen 1, 2, 3 en 4) overgaan naar knelkoppelingen en de aanslui- ting voor het gas (5) overgaat naar 1/2” buitendraad. De montageframeset is niet beslist noodzakelijk, maar wel zeer gemakkelijk en zorgt voor extra steun bij het aandraaien van de ver- bindingen. De montageframeset wordt niet met het cv-toestel meegeleverd, maar kan separaat besteld worden. Voormontageframeset |
(artikelnummer 38705) De voormontageframeset bestaat uit de ophangbeugel en de montagefra- meset welke onderling verbonden zijn met een kunststof meetlint voor afstandsbepaling. De voormontage- frameset wordt toegepast, wanneer de installatie wordt aangelegd zonder dat het toestel op de bouwplaats aan- wezig is. Dit verhoogt de montage- snelheid en verlaagt de kans op dief- stel bij projecten. De voormontage- frameset wordt niet gebruikt voor de rookgaszijdige voormontage. De voormontageframeset wordt niet met het cv-toestel meegeleverd, maar kan separaat besteld worden. Kroonsteenaansluitingen Omdat de nieuwe Nefit Economy VR(C) en HR(C) toestellen worden bestuurd door de nieuwe Universele Brander Automaat (UBA), kunnen op dit toestel de Nefit ModuLine thermo- staten worden aangesloten. Aan de ach- terzijde van de UBA bevindt zich hier- voor de kroonsteenaansluiting. Deze kroonsteen is bereikbaar door de UBA naar voren te klappen en de achterzijde van de beschermdeksel te openen. |
|||
Elk toestel wordt uitgeleverd met een ophangbeugel en afdichtpakkingen. Aan deze beugel is op zeer eenvoudi- ge wijze het toestel op te hangen, waarbij de bovenkant van de beugel overeenkomt met de bovenkant van het toestel. De aansluitingen aan de onderzijde van het toestel zijn voorzien van bin- |
Een aan-uit kamerthermostaat (24 volt) moet aangesloten worden op kroonsteenaansluiting 1-2, hiervoor dient de ”neplus” te worden verwijderd. Een Nefit ModuLine thermostaat moet aangesloten worden op kroon- steenaansluiting 3-4, hiervoor dient de echte lus te worden verwijderd. Een buitenvoeler van de Nefit Modu- Line thermostaat moet aangesloten worden op kroonsteenaansluiting 7-8. De driewegklepstekker kan bij het single-toestel worden aangesloten op de contrastekker in de kabelboom of op de kroonsteenaansluiting 9, 10 en 11. |
3
De boilersensoraansluiting moet aangesloten worden op de contrastek- ker in de draadboom. Hiervoor dient de doorverbindstekker te worden ver- wijderd en de losse verloopstekker te worden geplaatst. Inbouw expansievat (artikelnummer 38461) Bij de Nefit Economy VR(C) en HR(C) heeft u de mogelijkheid om een los expansievat te bestellen, welke |
achteraf in het toestel is in te bouwen. Wanneer u zorgt voor een vrije ruimte van 50 cm boven het toestel zal er altijd betrekkelijk eenvoudig service verleend kunnen worden. Het expan- sievat heeft een inhoud van 12 liter en een voordruk van 0,75 bar. Inbouw overstortventiel (artikelnummer 38199) Ook is het mogelijk om bij de VR een overstort in het toestel in te |
bouwen. Hiervoor dient de blindstop uit het toestel verwijderd te worden en dient het Nefit overstortventiel hierin geplaatst te worden. De Nefit Economy HRC 24 uitgebreid is standaard vanaf fabriek voorzien van een expansievat, vul- kraan en aangesloten overstortventiel. |
Tabel 6 Overzichtslijst van standaard onderdelen en accessoires Nefit Economy toestellen
Toestel Economy Economy Economy Economy EconomyComponent VRC 24(S) VR 24(S) HRC 24 HRC 24 HR11-19-24 standaard uitgebreid
Ventilator •* •* • • •Pomp • • • • •Gloeiplug ontsteking • • • • •Ionisatiepen • • • • •Aanvoersensor • • • • •Safetysensor – – • • •Bewaartemperatuur- of boilersensor • o • • oTapwateruitstroomsensor • – • • -Maximaal thermostaat • • – – -Rookgasthermostaat – – • • •UBA 1.5 (witte uitvoering) • • • • •Drukmeter • • • • •Temperatuurmeter • • • • •Vulkraan – – – • -Overstort o o – • -Expansievat o o o • oAutomatische ontluchter • • • • •Bypass-klep • • • • •Ingebouwde sifon – – • • •ThermoQuick tapboiler • – • • -Driewegklep • o • • oHandterminalaansluiting • • • • •Nefit dakdoorvoer – – o o oNefit muurdoorvoer – – o o oE.E.D. Module o o o o oMontageframe o o o o oVoormontageframe o o o o oOmbouwset propaan – – o o oModuLine thermostaat o o o o oBuitenvoeler ModuLine 30 / IV o o o o oConcentr. RGA-adapter (60/100 mm) o o – – –
* niet in schoorsteentoestel
Waarin:
• = standaard in toestel
o = optioneel los bij te bestellen
– = niet aanwezig / niet los bij te bestellen
4
Toestelclassificatie van hetafvoersysteem
De type-aanduiding van afvoer- systemen van cv-toestellen is in Europees verband geclassificeerd. De codering van toestelcategorieën is onderverdeeld in drie hoofdletters A, B en C, waarmee de soort afvoer van het verbrandingsgas wordt aangeduid. A = een ‘afvoerloos’ cv-toestel. |
Dit betekent: B2 = cv-toestel zonder trekonder- breker B23 = B2-toestel met geforceerde verbranding waarbij de ventilator voor de brander is geplaatst. |
||||||
B = een cv-toestel met afvoerlei- ding dat de verbrandingslucht uit de opstellingsruimte betrekt; een zogenaamd ‘open toestel’. |
gesloten toestel |
C1 = cv-toestel geschikt voor horizontale luchttoevoer- en rookgasafvoer via muur- doorvoer. C13 = C1-toestel met geforceerde verbranding waarbij de ven- tilator voor de brander is geplaatst. |
|||||
Naast de hoofdcodering is er een tweede codering toegevoegd. Deze tweede codering geeft infor- matie over de constructiekenmerken van het cv-toestel. Zie tabel 1 voor de gedetailleerde coderingskenmerken. |
C3 = cv-toestel geschikt voor ver- ticale luchttoevoer- en rook- gasafvoer via dakdoorvoer. C4 = cv-toestel geschikt voor CLV-systeem. |
||||||
Voorbeeld De Nefit EcomLine Excellent HR 43 heeft de volgende toestel- classificatie: B23, C13, C33, C43, C53 en C73 (zie de arceringen in tabel 1). |
C5 = cv-toestel geschikt voor gescheiden luchttoevoer- en rookgasafvoerkanaal C7 = cv-toestel geschikt voor verticaal luchttoevoer- en rookgasafvoerkanaal |
open toestel
C = een cv-toestel waarvan het verbrandingsproces niet beïn- vloed wordt door de druk- verschillen tussen de opstel- lingsruimte en buiten; een
zogenaamd ‘gesloten toestel’.
5
Tabel 1 Toestelclssificatie van afvoersystemen
type rookgasafvoer- verbrandingsluchttoevoer positie ventilator systeem
A1 1 zonder |
||||||||||||||
A A2 nee 2 na de brander |
||||||||||||||
A3 3 voor de brander |
||||||||||||||
B11 1 zonder |
||||||||||||||
B12 verbrandingslucht uit 1 toestel met trekonderbreker 2 na de brander |
||||||||||||||
B13 opstellingsruimte 3 voor de brander |
||||||||||||||
B B14 4 na trekonderbreker |
||||||||||||||
B21 1 zonder |
||||||||||||||
B22 2 toestel zonder trekonderbreker 2 na de brander |
||||||||||||||
B23 3 voor de brander |
||||||||||||||
C11 1 horizontale luchttoevoer- 1 zonder |
||||||||||||||
C12 en rookgasafvoer via 2 na de brander |
||||||||||||||
C13 muurdoorvoer 3 voor de brander |
||||||||||||||
C21 2 gezamenlijk luchttoevoer- en 1 zonder |
||||||||||||||
C22 rookgasafvoerkanaal 2 na de brander |
||||||||||||||
C23 3 voor de brander |
||||||||||||||
C31 3 verticale luchttoevoer- en 1 zonder |
||||||||||||||
C32 rookgasafvoer via 2 na de brander |
||||||||||||||
C33 ja dakdoorvoer 3 voor de brander |
||||||||||||||
C41 1 zonder |
||||||||||||||
C42 verbrandingslucht niet 4 CLV-systeem 2 na de brander |
||||||||||||||
C C43 uit opstellingsruimte 3 voor de brander |
||||||||||||||
C51 5 gescheiden luchttoevoer- en 1 zonder |
||||||||||||||
C52 rookgasafvoerkanaal 2 na de brander |
||||||||||||||
C53 3 voor de brander |
||||||||||||||
C61 6 universeel luchttoevoer- en 1 zonder |
||||||||||||||
C62 rookgasafvoermateriaal 2 na de brander |
||||||||||||||
C63 C71 |
7 verticale luchttoevoer- en |
3 voor de brander 1 zonder |
||||||||||||
C72 C73 C82 C83 |
rookgasafvoermateriaal 8 gezamenlijk rookgasafvoer- kanaal en gescheiden |
2 na de brander 3 voor de brander 2 na de brander 3 voor de brander |
luchttoevoerkanaal
6
Uitleg U BA- di spl aycode: en
servicecode: en Dit is een terugkerend artikel over displaycodes van de UBA (Universele Brander Automaat). In elk volgend
Technisch Bulletin wordt er een dis- Displaycode playcode besproken.
en
Op de UBA bevindt zich een display waarop de displaycode aangeeft wat de huidige – globale – bedrijfstoestand van het toestel is. |
Servicecode |
||||
Door op de serviceknop te drukken verschijnt de servicecode. Knippert de displaycode dan is er een storing. De combinatie van beide codes geeft gedetailleerde informatie over de bedrijfstoestand van het toestel. |
en |
Als bedrijfsfunctie betekent de displaycode ’ ‘ en servicecode ‘ ‘ dat het toestel informatie verstrekt over het luchtcircuit.De displaycode ‘ ‘en servicecode ’ ‘geven aan dat het toestel informatie verstrekt over de temperatuur.
De luchtdrukverschilschakelaar opent tijdens het branden (alleen bij een VR-toestel). oorzaak: Er is te veel weerstand of lekkage in het luchtcircuit. Controleer het luchttoevoer- en het rookgasafvoersysteem, de ventilator, de drukverschilschakelaar en de aansluit- slangetjes. De luchtdrukverschilschakelaar sluit niet binnen 5 minuten na aanvang warmtevraag (alleen bij een VR-toestel). oorzaak: De ventilator werkt niet naar behoren. Controleer de luchttoevoer en rookgasafvoer op verstoppingen. |
ingesteld of ontbreekt bij thermostatische afsluiters. Aanvoersensor is mogelijk defect. De temperatuur van de safetysensor is hoger dan 101 oC. oorzaak: Geen bypass in de installatie aanwezig ter- wijl alle radiatoren voorzien zijn van thermo- statische afsluiters of aanwezige handafslui- ters staan dicht. Safetysensor of pomp mogelijk defect. Toestel in bedrijf voor warm water door druppelende warmwaterkraan. oorzaak: Controleer de warmwaterkraan op een drup- pelende kraan of op lekkende waterleiding. |
|||
Temperatuur van de aanvoersensor is te hoog (> 101 oC). oorzaak: Te weinig radiatoren open. Bypass niet goed ingesteld of ontbreekt bij thermostatische afsluiters. Aanvoersensor is mogelijk defect. |
De safetysensor is kortgesloten. oorzaak: Safetysensor is defect. De safetysensor maak geen contact. oorzaak: Safetysensor is defect. |
|||
Zekering F2 is defect of de branderthermo- staat is te warm geworden. De aanvoertem- peratuur is te hoog (VR, de maximaalther- mostaat is geopend). oorzaak: Sluiting in gasklepcircuit of sluiting tussen maximaalthermostaat en massa. Controleer branderdek en branderpakking. Te weinig radiatoren open. Bypass niet goed |
De aanvoersensor is kortgesloten. oorzaak: Aanvoersensor is defect. De aanvoersensor maakt geen contact. oorzaak: Aanvoersensor is defect. |
7
&
Tip Vr aag
van een Nefit van eenservicemonteur installateur
Vraag: Vraag:
Bij de installatie van een Nefit EcomLine Classic of een Ik wil een sensor van een Nefit EcomLine HR-toestel ver-Nefit EcomLine Excellent HR-toestel is de ruimte soms vangen. Qua uiterlijk is de nieuwe sensor gelijk aan degenebeperkt om het toestel aan te sluiten op de installatie. die uit het toestel komt, echter er staat een ander typenum-Hoe los ik dit op? mer op vermeld. Kan ik ze toch onderling uitwisselen?
Oplossing: De Nefit EcomLine Excellent HR-toestellen zijn voorzien van een inlaatcombinatie (combi-toestellen) en een ontlast- klep wat de aansluitmaat ten goede komt aan de onderzijde van het toestel. Aan de bovenzijde kan de inbouwmaat kor- ter gekozen worden, als er gewerkt wordt met een dakdoor- voerset met concentrische rookgasafvoer (RGA). Bij concen- trische RGA kan op een concentrische toestelaansluitplaat (EV 28265) aangesloten worden. Het verdeelstuk voor een dubbelpijps RGA komt dan te vervallen. |
Antwoord: De sensoren zijn per model onderling uit te wisselen. Het nummer wat op de sensor is vermeld is geen typenummer, maar een datumcodering. De code is een 4-cijferig nummer, eerste 2 cijfers is het jaartal en de laatste 2 cijfers is het weeknummer. De sensoren hebben elk een eigen artikelnum- mer. Dit artikelnummer staat niet op de sensoren vermeld. |
HEEFT U OOK EEN VRAAG?
Het Technische Bulletin heeft in de afgelopen periode verschillende vragen van installateurs aan de orde gesteld.Zo zijn praktische wetenswaardigheden aan bod gekomen. Indien u een vraag heeft, laat het ons weten.In een volgend Technisch Bulletin zullen wij uw vraag dan mogelijk behandelen en een praktische oplossing geven.Stuur u vragen op naar: [email protected]
Nefit Buderus B.V. , Postbus 3 , 7400 AA Deventer.
DealerLine 0570 – 67 85 66. Fax 0570 – 67 85 86. Internet: www.nefit.nl
8
tb_07